Toespraak door Jan van Zanen bij de viering van 120 jaar ADO, 1 februari 2025

 

Geacht bestuur,

Geachte aanwezigen,

 

120 jaar ADO.

Alles Door Oefening.

Een mijlpaal die mag, nee, die moet gevierd worden.

Want ADO is door en door verbonden met de geschiedenis van Den Haag.

ADO maakt deel uit van het DNA van onze stad.

Vrienden, die rond de voorlaatste eeuwwisseling voetbalden op het gruis rond de Haagse Toren, richtten de club op.

Ze werden vaak verjaagd door de ‘veldwachter’ (ziet u hem voor u?) en togen naar het Malieveld.

De mannen waren ambitieus en richtten een club op.

Dat gebeurde in het café van de vader van één van die jongens, Jan van Gulik.

Dat was het Hof van Berlijn aan de Papestraat 32, niet ver van de Haagse Toren.

Nu Muziekcafé De Paap.

ADO koestert haar verleden en de rijke clubcultuur.

Herinner mij nog goed de 12e november 2023, toen ik de eer had het grote, loodzware boek (model Statenbijbel) over de historie van ADO, FC Den Haag, SHS, Holland Sport en ADO Den Haag in ontvangst te mogen nemen.

Prachtig, dat de historie daarin is vastgelegd in woord en beeld.

Ben zelf een groot voetballiefhebber.

Heb dat met de paplepel ingegoten gekregen.

Bijna tot het laatst belde ik met m’n inmiddels overleden vader in de rust van iedere belangrijke wedstrijd die op televisie kwam.

Ben opgegroeid in Edam-Volendam, maar heb, zoals u weet, een Utrechts verleden van jaren.

Volgde uiteraard daar het voetbal op de voet.

Utrecht had ooit drie clubs in het betaalde voetbal: DOS, Elinkwijk en Velox.

Alle drie mooie clubs.

DOS werd zelfs in 1958 landskampioen.

In dat seizoen verloor DOS van ADO in het Zuiderpark, met maar liefst 6-2.

Bij DOS stond toen een legendarische doelman van Oranje onder de lat: Frans de Munck, bijgenaamd de Zwarte Panter.

Jaren later verruilde Jopie Jochems Velox voor ADO.

De scout van ADO kwam voor ene Willem van Hanegem en ADO nam Joop.

Willem was te langzaam, zo was het verhaal.

ADO had een goede kijk, moet ik zeggen.

Want Joop is nog steeds bij ADO betrokken.

Willem maakte Feyenoord Europees en wereldkampioen, maar dat is ook alweer wat jaartjes geleden.

Wie ADO zegt, die zegt ook de gemeente Den Haag.

De relatie van ADO met de gemeente is er een van vele, vele jaren.

Na een lange zwerftocht in de beginjaren kwam ADO in 1925 terecht in het Zuiderpark.

Pieter Droogleever Fortuyn spande zich enorm in om ADO daar een onderkomen te bezorgen.

Een thuis, waar de club zich kon ontplooien.

En dat is zonder meer gelukt.

ADO steeg naar het hoogste nationale niveau, werd tweemaal landskampioen en won tweemaal de KNVB-beker.

De laatste keer als FC Den Haag weliswaar.

Straks keren de profs van ADO Den Haag – honderd jaar na de opening – terug naar het Zuiderpark om er te trainen.

De historische velden van weleer, het heilige gras, waar de jeugd altijd is blijven trainen en spelen, en waar op termijn hopelijk ook de ADO Den Haag Vrouwen zich zullen vestigen.

Terug naar het Zuiderpark, dat garandeert natuurlijk geen sportieve successen, maar appelleert wel aan het clubgevoel, de ziel van de club.

ADO, de stad Den Haag en het Zuiderpark zijn eigenlijk een drie-eenheid, die in feite niet los van elkaar zijn te denken.

Daarom is het zo belangrijk wat ADO doet: het koesteren van de clubcultuur.

Die vormt voor een essentieel deel als verbindende factor.

Je wint er weliswaar geen wedstrijden mee, maar je geeft wel inhoud aan de begrippen identificatie, herkenning en eenheid.

Houd dat in ere, dat is de wens die ik ADO Den Haag op haar 120e verjaardag wil meegeven.

Zo’n club zou er voor eeuwig moeten zijn, omdat zij aan vele Hagenaars en Hagenezen, waar ter wereld zij ook zijn, plezier heeft gegeven en dat in de toekomst ook zal blijven doen.

Hopelijk weer in de Eredivisie.

Eens moet het lukken.

Heb daar alle vertrouwen in.