Opening expositie en boekoverhandiging Speeltoren Edam 7 mei 2022

 

‘La Galera?’, dat is toch gewoon daar bij Jan Faillée (oftewel café ‘Jan en Alie’) aan de Gevangenpoortsteeg?

Ja, dat krijg je als zolang uit Edam weg bent, dat veel dingen nieuwe namen krijgen en ik dan denk, wat zouden ze bedoelen? … Enfin.

Emotievol en eervol dat ik hier vanochtend mag staan en zijn. Heb net koffie gedronken bij mijn ouders aan de Lingerzijde.

En dan zijn we meteen bij het onderwerp. Die prachtige Speeltoren, aan de voet waarvan we allemaal staan.

Herinner me die mei van 1972 nog levendig. Mocht met mijn Oom Piet de Roos (die bij de fanfare zat) op Koninginnedag mee de trans op waar in alle vroegte een aubade werd verzorgd.

Er was best spanning en angst toen in Edam.

Herinner me dat ik een andere route moest lopen naar school (de O.L. school aan de Noorderstraat).

En zie nog de iconische foto’s van mijn Oom Henk van Zanen, toen wethouder, van een vergadering van het college van B&W buiten op straat vlak onder de Speeltoren en de foto’s van het bezoek van de toenmalige staatssecretaris van CRM, de legendarische Henk Vonhoff.

 

Ik heb hem er later nog vaak over gesproken.

Fijn dat u er met zovelen bent. Dan zal ik nu mijn toespraak houden.

 

Lieve Marianne, beste Barton van Flymen, geachte conservator Sophie van Gulik,

 

Wat goed dat jullie het Edam van de gedenkwaardige tweede mei 1972 tot leven hebben gewekt.

Ik was tien en woonde dicht bij de Speeltoren die door sloop van de ‘Franse School’ plotseling op omvallen stond.

De opschudding was enorm.

Het staat mij nog helder voor de geest. Omdat het allemaal goed is afgelopen, kunnen we er nu vrolijk op terugkijken.

 

Het verhaal is bijna te mooi om waar te zijn: de jonge fotograaf Van Flymen reist voor de krant spoorslags naar Edam.

De beroemde Speeltoren van de kaasstad – je bent kleinzoon van een kaasgroothandelaar of je bent het niet, ik wel dus – staat op omvallen.

Na het maken van de nieuwsfoto, het ontwikkelen – donkere kamer, rood licht – en het aanleveren op de redactie van Het Parool, keert de fotograaf (Barton dus)  terug.

Niet zozeer voor de toren, maar om de twee weken durende ontreddering van een gemeenschap vast te leggen.

 

Zo’n 200 kostbare platen schiet hij in totaal.

Maar als zoveel mooie plannen, komt ook dit project niet verder.

Het raakt in de vergetelheid.

En dan stuit mijn achternicht Marianne min of meer bij toeval op de foto’s in het archief van Barton van Flymen.

 

Na twee jaar van research, interviews en schrijven, is er nu het boek, een documentaire en de expositie in het voormalig stadhuis van Edam aan het Damplein.

 

We zien het reddingswerk, de stalen lus om de toren, maar ook bestuurders die al niet meer de notabelen zijn van weleer. De agenten en brandweerlieden in uniformen waarin je nauwelijks kunt bewegen.

Ambtenaren met stropdassen in regenjassen, maar al wel met een zekere losheid.

We zien bewoners jong en oud.

Met brilmonturen van enorme omvang. Weinig spijkerpakken, maar wel hippe geruite broeken die vandaag weer terug zijn in de winkels.

De teksten en de interviews vullen het geheel aan tot een momentopname van een kleine trotse stad aan het begin van een nieuwe tijd.

Een foto van Holland vijftig jaar terug, zou je kunnen zeggen.

Als oud-Edammer, voormalig bewoner van de Lingerzijde en achterneef van Marianne ben ik misschien niet de meest objectieve recensent, maar ik vind het allemaal prachtig geworden.

 

Tenslotte wil ik nog een oude belofte inlossen (ik had er contact over met burgemeester Lieke Sievers die er vandaag helaas niet bij kan zijn).

 

 

 

Van Marianne begrijp ik dat de toenmalige burgemeester J.H. (Koos) Kok van Edam-Volendam de bouwvakkers van de redding en renovatie van de speeltoren een fotoboek van het werk beloofde.

Het is er nooit van gekomen.

 

Ik ben dan weliswaar geen burgemeester van Edam-Volendam geworden – we maken allemaal fouten – maar wil graag symbolisch de cirkel rondmaken door vandaag dit boek aan te bieden aan Jacob Krist.

Jacob werkte voor de destijds bekende firma Nelis.

Hij was er vanaf het allereerste moment bij, en bleef dat tot de renovatie twee jaar later helemaal voltooid was.

 

Meneer Krist – beste Jacob – mag ik u naar voren vragen?