Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitvaart van Rudi Hemmes, ereburger van Den Haag, 19 november 2022
“Ik zei tegen iedereen: laten we in het verzet gaan, laten we nou wat gaan doen met z’n allen”.
Zo sprak Rudi Hemmes in 2018 voor een schoolklas op de Annie M.G. Schmidtschool hier in Den Haag.
De leerlingen uit groep 7 en 8 waren muisstil toen Rudi vertelde over zijn belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Een tijd die voor deze generatie echt heel lang geleden is.
Maar Rudi wist als geen ander het verhaal van toen over te brengen op de generaties van nu en morgen.
Ontelbare kinderen hebben op die manier uit de eerste hand mogen ervaren hoe het was tussen 1940 en 1945.
Hoe het is om je vrijheid te verliezen en hoe belangrijk het is om daar iets tegen te doen.
Het liefst ‘met z’n allen’.
Een van de mooiste reacties op zijn verhaal is van een scholier die het volgende zei:
“Als hij er misschien, als hij er misschien niet meer is, dan betekent dat niet dat zijn verhalen er niet meer zijn.
Ik kan ze op school gaan vertellen, ik kan ze aan iedereen gaan vertellen, in de hoop dat zij ook denken: dit is echt belangrijk.”
In 2013 benoemde de gemeenteraad Rudi tot ereburger van Den Haag.
Als iemand die titel dubbel en dwars waar heeft gemaakt, dan was het Rudi Hemmes.
Als Engelandvaarder en lid van de Prinses Irene Brigade, die in 1945 als eerste het weer vrije Den Haag binnentrok, droeg Rudi er actief aan bij dat vrede en recht terugkeerden in het door oorlog geschonden Europa.
Als oud-militair, zich bewust van de cruciale rol van de krijgsmacht bij het behoud van de internationale rechtsorde, toen en nu, zette Rudi zich met hart en ziel in voor veteranen.
Nooit ontbrak hij op de Haagse veteranenbijeenkomst, aan de vooravond van de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag, die er mede dankzij hem is gekomen.
Nauw betrokken was Rudi Hemmes ook bij het levend houden van de herinnering aan de bevrijding van Den Haag.
Niet alleen in de vorm van de plaquette die tegenwoordig aan de Grote Kerk hangt, maar ook in de vorm van het Bevrijdingsdefilé door de garderegimenten Fuseliers Prinses Irene en Grenadiers en Jagers (en tot voor enige tijd ook de oud-leden van de Prinses Irene Brigade) dat om de vijf jaar wordt gehouden.
En elke keer weer wist Rudi daarvoor als enige de naamgeefster van de Brigade te mobiliseren: zij die vrede brengt.
Als voorzitter van het Genootschap Engelandvaarders heeft Rudi Hemmes daarnaast een belangrijke bemiddelende rol gespeeld bij de totstandkoming en officiële onthulling van de gedenkplaat die herinnert aan de geheime landingen van de Soldaat van Oranje en andere Engelandvaarders op het Scheveningse strand.
Tot slot een anekdote die tekenend is voor Rudi Hemmes, de beminnelijke oorlogsheld.
Bij een herdenking bij het monument voor de Prinses Irene Brigade in het Belgische Beringen bleek op het laatste moment dat een belangrijk onderdeel ontbrak: de krans.
Na wat gesteggel over wie de krans dan had moeten verzorgen stapte Rudi kordaat naar een bloemenperkje en plukte daar één vergeet-mij-nietje.
Om vervolgens dat ene vergeet-mij-nietje bij het monument te leggen, ter nagedachtenis aan zijn gevallen kameraden, samen met de burgemeester van Beringen.
Die later verklaarde dat dit de mooiste herdenking was die ze ooit had meegemaakt.
Een goede herdenking behoeft geen krans.
Den Haag zal zijn ereburger Rudi Hemmes nooit vergeten.
In dankbare herinnering zullen wij zijn boodschap over vrijheid die verdedigd dient te worden, blijven vertellen aan de komende generaties.
Zodat ook die zich zullen realiseren: dit is echt belangrijk.