Mevrouw Kitaman,
Beste Maritha,
Iedereen hier aanwezig ziet er mooi uit maar u bent wel heel erg mooi.
Een Dya Dya Uma, ofwel een powervrouw, zo kennen de mensen u..
Centraal in uw leven staat het Afro-Surinaamse culturele erfgoed.
U bent mede-oprichter en vanaf het begin (al ruim 22 jaar) voorzitter van stichting NAKS Nederland.
De afkorting NAKS staat voor ‘Na Afrikan Kulturu fu Sranan’, ofwel ‘Onze Afrikaanse Cultuur van Suriname’.
Jouw overleden pleegmoeder Elfriede Baarn-Dijksteel was zeer actief binnen NAKS Suriname.
Je hebt haar geëerd met de uitgave van haar nagelaten gedichten.
En je zet haar werk op sociaal-cultureel gebied hier in Nederland voort.
Je doet dat met grote bevlogenheid, in de wetenschap dat kennis over de Afro-Surinaamse cultuur mensen nader tot elkaar kan brengen.
Dat is, gezien de tendens tot polarisatie in onze samenleving, van groot belang.
Ik denk daarbij in het bijzonder aan het slavernijverleden.
Als tekstschrijver en artistiek leider van de theaterroute De Swarte Bocht in Amsterdam was je nauw betrokken bij het zichtbaar maken van dat pijnlijke verleden.
Ik noem in dit verband ook jouw leidende rol bij het jaarlijkse Kotomisi Grand Gala in Rotterdam, tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij.
Niet verwonderlijk, want jij staat bekend als een, om niet te zeggen de expert op het terrein van de Koto, de traditionele klederdracht van de Afro-Surinaamse vrouw.
Je organiseerde en presenteerde ook de Black Achievement Month ‘Koto in de schijnwerpers’.
En wie anders dan jij was beter geschikt als coördinator van de tentoonstelling ‘Kotomisi, de kracht van klederdracht’ in het Klederdrachtmuseum in Amsterdam, een samenwerking met het Koto Museum te Paramaribo?
Dit alles was maar een kleine greep uit je vele en veelzijdige activiteiten.
Jouw gedreven inzet komt niet alleen de Afro-Surinaamse cultuur ten goede, maar onze gehele samenleving.
Terecht dat die samenleving jou daarvoor dankt met een Koninklijke onderscheiding.
Van harte gelukgewenst, Dya Dya Uma Maritha.