Nederlands:
President Yusuf,
Minister Blok,
Excellenties,
Geachte aanwezigen en iedereen die online met ons verbonden is,
Als burgemeester van Den Haag, internationale stad van vrede en recht én VN-stad, richt ik graag het woord tot u bij de viering van dit jubileum van de Verenigde Naties. Hier in de Great Hall of Justice van het International Court of Justice. Een bijzonder jubileum in uitzonderlijke, moeilijke tijden. Uiteraard hadden we ons de feestelijkheden heel anders voorgesteld. Maar misschien nodigen de huidige omstandigheden ons wel uit om ons extra te bezinnen op de verworvenheden van de naoorlogse periode. De Verenigde Naties, droom van vele generaties, is zonder twijfel de grootste onder die verworvenheden.
Toen 75 jaar geleden de Verenigde Naties werden opgericht, lagen grote delen van de wereld in puin. Ook Den Haag had zwaar geleden onder de Tweede Wereldoorlog. Velen treurden om het verlies van dierbaren: gevallen aan het front, vermoord in concentratiekampen, of omgekomen bij bombardementen. Van alles was nog op de bon en aan veel was nog gebrek, behalve aan één ding: hoop. Hoop op een betere en menswaardige toekomst. In vrede en vrijheid. De oprichting van de Verenigde Naties gaf die hoop vleugels, voedde wereldwijd mensen met nieuwe levensmoed.
Nu, driekwart eeuw later, kunnen wij met dankbaarheid terugkijken op wat de Verenigde Naties en de aan haar verbonden organisaties hebben bereikt. 75 jaar Verenigde Naties, dat zijn ontelbare verhalen van mensen van wie het leven een beslissende wending kreeg. Door toedoen van de VN. Die bijvoorbeeld leerden lezen en schrijven, zich verder ontwikkelden, een nieuw leven opbouwden na een ramp of oorlog.
En ook nu is de wereld vervuld van hoop. Hoop dat de pandemie die ons allen in zijn greep houdt en al zoveel slachtoffers eist, weldra ten einde is. Zoals secretaris-generaal Guterres deze zomer al aangaf, vormen stedelijke gebieden wereldwijd de ‘ground zero’ van de pandemie. Negentig procent van de gemelde besmettingen wordt geconstateerd in steden. En dat is niet verwonderlijk, aangezien meer dan de helft van de wereldbevolking in steden woont. Ondertussen moeten steden wél de publieke dienstverlening draaiende houden. Dat dit tot nu gelukt is, zegt veel over de veerkracht van steden en hun inwoners. Maar dat betekent óók dat het herstel van de schade die corona heeft aangericht, vooral in de stedelijke gebieden moet plaatsvinden.
Nu waren steden al ruim vóór de pandemie voor een belangrijk deel aan zet bij het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Denk aan het terugdringen van armoede en sociale ongelijkheid. Of aan het verzorgen van schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen. Den Haag speelt een prominente rol bij het behalen van doel 16: vrede, justitie en sterke publieke diensten. Ook bij het oplossen van grensoverschrijdende vraagstukken, zoals migratie en klimaatverandering nemen steden een belangrijke positie in. Het overgrote deel van de maatregelen voor klimaatadaptatie zal op lokaal niveau moeten worden gerealiseerd. Heel praktisch, ‘hands-on’. Kortom, de lokale overheid krijgt, behalve corona, meer en meer mondiale vraagstukken op haar bord.
Dat is ook de reden waarom steden elkaar hebben opgezocht in internationale samenwerkingsverbanden als United Cities and Local Governments en het Global Parliament of Mayors. Om van elkaar te leren en een duidelijk signaal af te geven: luister naar ons en betrek ons bij de aanpak van de uitdagingen waar onze wereld voor staat. Steden vinden daarbij de Verenigde Naties aan hun zijde. Daarvan getuigen de oproepen van de secretaris –generaal over strijd tegen de klimaatverandering en de aanpak van de coronacrisis. Ik geloof dat het deze en andere zaken alleen maar ten goede kan komen wanneer steden nog nauwer betrokken zullen zijn bij het bepalen van de koers van de Verenigde Naties.
Een koers die meer dan ooit op morgen en overmorgen gericht moet zijn, op de generaties na ons. En daarom is het logisch dat bij dit jubileum van de Verenigde Naties een belangrijke rol is weggelegd voor jongeren. Het gaat per slot van rekening vooral over de toekomst die zij willen en de VN die zij nodig hebben. In Den Haag bieden wij jongeren graag een podium om daarover mee te denken. Hoe toepasselijk, dat wij zojuist de presentatie van hun bevindingen mochten meemaken. Ik ben er heel benieuwd naar.
Excellenties,
Geachte toehoorders,
75 jaar Verenigde Naties is een opdracht aan ons allen. De opdracht om ons, ook nu nationalistische tonen weer luider klinken, ons te blijven inzetten voor internationale samenwerking, vrede, recht en veiligheid. Voor een leven in vrijheid en geborgenheid, gevrijwaard van vrees. De vrijwaring van vrees is één van de door president Roosevelt geformuleerde Vier Vrijheden. De basis onder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Deel van ons DNA als VN-stad.
Frans-Engels:
Monsieur le Président Yusuf,
Monsieur le Ministre Blok,
Excellences,
Mesdames et Messieurs et toutes les personnes qui nous suivent en ligne,
En tant que maire de La Haye, ville internationale de la paix et de la justice et ville des Nations Unies, je suis honoré de prendre la parole devant vous, à l’occasion de l’anniversaire des Nations Unies, célébré ici dans la Grande salle de Justice de la Cour internationale de justice. Un anniversaire particulier qui intervient en des temps exceptionnels et difficiles. Naturellement, nous avions imaginé des festivités bien différentes. Mais les circonstances actuelles nous invitent peut-être à prendre davantage conscience des acquis de la période d’après-guerre. Les Nations Unies, rêve de plusieurs générations, représente sans conteste le plus remarquable de ces acquis. Permettez-moi à présent de poursuivre en anglais.
When the United Nations was born 75 years ago, large parts of the world lay in ruin. The Hague had also suffered greatly during the Second World War. Many were grieving the loss of loved ones: fallen on the front, murdered in concentration camps or killed in bombing raids. You needed coupons to buy many things and there were still shortages of everything, except for one thing: hope. Hope – for a better, more humane future. To live in peace and freedom. The founding of the United Nations gave that hope wings and renewed courage to people all over the world.
Now 75 years later, we can look back with gratitude on what the United Nations and its affiliated organisations have achieved. Seventy-five years of United Nations and countless stories of people whose lives took a decisive turn because of the UN’s involvement. People who learned to read and write, for example, who could develop themselves and create a new life for themselves after a disaster or war.
And now too, the world is filled with hope. Hope that the pandemic which has gripped us all and taken so many victims, will soon come to an end. As Secretary General, António Guterres, said earlier this summer, the world’s urban regions were the ‘ground zero’ of the pandemic. On average, ninety percent of reported cases have been in cities. Which is not surprising, given that more than half the world’s population lives in cities. In the meantime, the cities still have to keep their public services running. That they have so far succeeded, says a lot about the resilience of cities and their inhabitants. But this also means that repairing the damage caused by COVID-19 will have to take place mainly in the urban regions.
From well before the pandemic, cities were largely working to meet the Sustainable Development Goals. Such as tackling poverty and social inequality. Or providing clean drinking water and decent sanitary facilities. The Hague plays a leading role in achieving Goal 16: peace, justice and strong public services. Including in finding solutions to international issues, such as migration and climate change, that are becoming increasingly important. The vast majority of climate measures will have to be implemented locally. In a practical, hands on way. All in all, quite apart from the coronavirus, local authorities are finding that more and more global issues are landing on their plate.
This is also why cities have sought each other out in international alliances, such as United Cities and Local Governments and the Global Parliament of Mayors. Alliances where they can learn from one another and give a clear signal: listen to us and involve us in tackling the challenges facing our world. Cities find the United Nations standing alongside them in this. As shown by the calls made by the Secretary-General on the battle against climate change and dealing with the effects of the COVID-19 pandemic. I believe that these and other matters will only be resolved when cities are more closely involved in determining the course of the United Nations. A course which, more than ever, must be focused on tomorrow and beyond, on the generations to come. And therefore it is only logical that there should be an important role for young people during the celebration of this United Nations anniversary. After all, it essentially boils down to the future they want, and the UN they need. At the city of The Hague we are pleased to offer young people a platform to think about this. How appropriate, that we have just seen the presentation of their findings. I am very curious to know more.
Excellencies,
Dear all,
The 75th anniversary of the United Nations is a call to us all. The call, even now as nationalist sentiments are increasingly heard, is to continue our commitment to international cooperation, peace, justice and security. To be able to live in freedom and security, free from fear. Freedom from fear was one of the Four Freedoms formulated by US President Roosevelt that laid the foundations for the Universal Declaration of Human Rights. Part of our identity as a UN city.