Kerstbrief

Beste Hagenaars en Hagenezen, 

Nog een week en dan is 2020 alweer voorbij. Een jaar dat bijna in z’n geheel in het teken van corona is komen te staan. Een jaar vol zorg, verdriet en rouw. U kunt er waarschijnlijk allemaal over mee pratenMaar 2020 was ook een jaar vol hartverwarmende voorbeelden van creativiteit, ondernemersgeest, volhouden en medemenselijkheid. Alles verloopt anders dan we gewend zijn. Ook deze feestdagen. Geen huis vol familie en vrienden dit keer. En het zal nog wel even duren eer we weer onbekommerd onze eigen gang kunnen gaan. En toch hebben we bijna allemaal, voor zover dat mogelijk was, ons leven weten voort te zetten. Dat geldt ook voor mij, die op 1 juli uw burgemeester mocht worden. In normale tijden zou ik me, nog veel meer dan nu, hebben gestort op wat ik het liefste doe: zoveel mogelijk inwoners van Den Haag ontmoetenHoren wat hen bezighoudt. Het DNA van deze stad leren kennen. Nu was dat maar in beperkte mate mogelijk. Toch heb ik gelukkig nog heel veel mensen kunnen spreken, ook langs digitale weg. Voelde me zeer welkom, waar ik ook kwam, met wie ik ook sprak. Raakte onder de indruk en niet zelden geroerd, als ik met eigen ogen kon zien hoe Hagenaars en Hagenezen elkaar door deze moeilijke tijd proberen te helpen.  

Een geluk was dat ik in de zomer mocht aantreden. Mijn eerste honderd dagen als burgemeester vielen grotendeels nog voor de aanscherping van de maatregelen van eind september. Maakte kennis met de wethouders, de vrouwen en mannen van politie, brandweer en zorg en de medewerkers van de gemeente. En natuurlijk ook met de leden van de gemeenteraad, die me veel nuttige tips hebben gegeven om zo snel mogelijk groengeel te kleuren. Daarnaast was er het afscheid van wethouder Boudewijn Revis en mocht ik Anne Mulder als zijn opvolger welkom heten. Maar bovenal kon ik die eerste zomerse weken nog heel veel op pad in onze stad, als het even ging op de fiets (en haalde ik wel eens een nat pak of blies de zeewind af en toe de poncho van m’n lijf). 

Kwam er achter hoe groen Den Haag is en hoe divers. Hoeveel mooie musea hier zijn, wat voor bijzondere reputatie Den Haag heeft als popstad. Ging langs bij ADO (en bij de Roze Règâhs). Ben nog iedere keer blij als ik weer aan het strand ben – het blijft bijzonder dat de zee zo dichtbij is. Genoot en geniet van al het moois dat onze stad te bieden heeft. Van de heerlijke vis, van mijn allereerste haring (zonder uitjes…), de lekkere broodjes en taartjes (ja, ik ben een levensgenieter). Maar beleef  vooral plezier aan m’n gesprekken (‘live’ of digitaal) met de vrouwen, mannen en kinderen die Den Haag tot zo’n unieke stad maken. Als mensen mij vragen om de gemiddelde Hagenaar of Hagenees te omschrijven dan zeg ik: die is recht voor z’n raap, neemt geen blad voor de mond en heeft een heel mooi en eigen gevoel voor humor. En ja, de Hagenaar kan uitstekend benoemen wat er niet goed gaat, maar is tegelijkertijd enorm trots op de stad. En terecht. Denk dat u zich daar wel in zult herkennen. 

Ben ondertussen in alle acht stadsdelen geweest, soms voor een officieel werkbezoek, dan weer om er informeel (‘illegaal’) rond te kijken. Allemaal hebben die stadsdelen een eigen karakter en ook de wijken en buurten binnen een stadsdeel kunnen behoorlijk verschillen. Zowel in problemen als in kansen. Vind dat heel fascinerend, net als de mix van culturen, etnische achtergronden, levensbeschouwingen en religies.  

Het internationale hoort ook echt bij Den Haag, vind ik. We zijn per slot van rekening de stad van vrede en recht. Die kant van Den Haag heb ik inmiddels iets beter  leren kennen. Bijvoorbeeld tijdens een bezoek aan de OPCW, de organisatie die toeziet op het verbod op chemische wapens en ze ook daadwerkelijk de wereld uit helpt. Of bij de viering van 75 jaar Verenigde Naties in het Vredespaleis, dat helaas op dat moment noodgedwongen bijna leeg was. Die internationale positie van Den Haag, waar verschillende van mijn ambtsvoorgangers zich zo voor hebben ingezet, moeten we koesteren. Niet alleen vanwege het aanzien van onze stad, maar ook omdat veel Hagenaars en Hagenezen hun baan er (mede) aan te danken hebben. 

2020 is ook voor Den Haag en haar inwoners een zwaar jaar geweest. De verhalen van inwoners, (horeca-) ondernemers of bijvoorbeeld mensen uit de culturele sector, de sport of het verenigingsleven raken mij zeer. Om nog maar te zwijgen over alles wat de medewerkers uit de ziekenhuizen meemaken, voor wie ik een reusachtig respect heb. In mei was er ook nog eens het drama waarbij vijf surfers omkwamen voor de kust van Scheveningen. Tegelijkertijd voel ik heel sterk de veerkracht waar onze premier het kortgeleden nog over had. De kracht om, ondanks alles, door te gaan. Maar ook: aandacht voor elkaar hebben. Mooie initiatieven om medeburgers, jong of oud, te behoeden voor eenzaamheid. Die steun voor de kwetsbaren, daarvan ben ik zeer onder de indruk. En ik ben ervan overtuigd dat de stad daar alleen maar sterker van wordt. En daarom herhaal ik mijn oproep: blijf naar elkaar omzien. Steun elkaar, steun je vereniging die nu moeilijke tijden doormaakt, steun de middenstand in de buurt. Niet alleen nu, maar ook als we corona eenmaal achter ons hebben gelaten. We komen hier samen uit, daar twijfel ik niet aan. Misschien wel sterker dan we ooit waren. In die geest wens ik u van harte vrolijke dagen, een fijne en veilige jaarwisseling en heel veel gezondheid in 2021 toe.