Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de herdenking op het Militaire Erehof, 10 mei 2021
Kolonel Van Dalen,
Meneer Bos,
Geachte nabestaanden en familieleden,
Op vrijdag 10 mei 1940 om 4 uur ’s-ochtends meldde de luchtwachtpost Delft:
“Vele tweemotorige bommenwerpers op 1500 meter, vliegende zuidwest-noordoost”.
Waar Nederland sinds de mobilisatie van 1939 voor had gevreesd, werd op die noodlottige morgen werkelijkheid.
Ons land werd meegesleurd in de maalstroom van de Tweede Wereldoorlog.
Rond Den Haag werd hevig gevochten.
Sterker, hier vond de allereerste grote luchtlandingsoperatie in de geschiedenis plaats.
In allerlei opzichten was het Duitse leger superieur aan het Nederlandse.
Maar in één ding vergistte de Duitse legerleiding zich:
de enorme weerstand die de Nederlandse troepen boden tegenover de agressor.
Twee jaar later maakten de Duitsers een propagandafilm over de inzet van de luchtlandingstroepen bij de aanval op Nederland.
Opvallend is dat in die film alléén de inname van de Moerdijk wordt getoond.
Die verliep voor Duitsland succesvol.
Geen woord of beeld wordt in de film gewijd aan de slag om Den Haag, het belangrijkste doelwit van de hele operatie.
Begrijpelijk, want die slag voltrok zich in het geheel niet zoals men zich in Berlijn had voorgesteld.
En dat paste niet in een propagandafilm.
Vandaag herdenken wij de mannen die in die meidagen zo moedig onze stad en ons land verdedigden.
En die dat niet overleefden.
Helaas herdenken wij ook dit jaar in aangepaste vorm.
Maar gelukkig bent u, nabestaanden van de helden van 81 jaar geleden, ook dit jaar via internet met ons verbonden.
Ja, het waren helden, die zich te weer stelden tegen een misdadig regime.
Helden zoals Jan Hendrik Kennedij. [Nederlands uitgesproken]
Geboren op 9 februari 1910 in Nieuwerkerk aan den IJssel.
Hij diende als sergeant in de 22e Depotcompagnie Bewakingstroepen.
Sinds 8 mei had deze eenheid de bewaking op zich genomen van het hulpvliegveld Ockenburgh.
Jan Hendrik Kennedij vocht die 10e mei in de hoek van het vliegveld zij aan zij met zijn sectiecommandant, de vaandrig Gritter.
De Duitse troepen maakten echter een omtrekkende beweging en kwamen daarmee achter deze sectie.
Al gauw vlogen Duitse handgranaten van achteren de Nederlandse militairen om de oren.
Sergeant Kennedij deed vervolgens iets heel moedigs.
Iets dat bijna grappig klinkt, maar toch dodelijke ernst was:
hij stelde voor om de handgranaten terug te gooien, want het duurde altijd even voordat die ontploften.
Zo gezegd, zo gedaan.
Dat ging een tijdje goed, tot de vijand begreep wat er gebeurde.
Vervolgens kwamen er handgranaten neer met een kortere ontploffingstijd.
En was er van teruggooien geen sprake meer.
Zo werd sergeant Kennedij gewond in de borst.
Terwijl soldaat Rotgans hem verbond, stierf hij.
30 jaar oud.
Sergeant Jan Hendrik Kennedij kreeg postuum het Bronzen Kruis.
Het verhaal van Sergeant Kennedij is maar één van de verhalen achter de 167 namen op dit monument.
167 mannen die wij gedenken met groot respect en diepe eerbied.
Vandaag én in de toekomst.
In de wetenschap dat zij vochten voor de vrijheid.
De vrijheid die wij dagelijks genieten.