Toespraak door Jan van Zanen bij de uitreiking van Erepenningen voor Menslievend Hulpbetoon, 24 november 2021

 

Geachte aanwezigen,

Welkom op het Oude Stadhuis in Den Haag.

We zijn hier om drie mensen in het zonnetje te zetten: Nathalie Damen, Cees Castricum en Jurjen Uiterwijk.

Zij hebben eerder dit jaar met gevaar voor eigen leven iemands anders leven proberen te redden.

Wat gebeurde er die dag?

 

Op 25 februari stond een voertuig geparkeerd aan de Dr. Lelykade op Scheveningen, op de noordelijke kop van de Tweede Haven, tussen twee viswinkels.

De bestuurder was uitgestapt om in één van de viswinkels een bestelling op te halen.

De passagier bleef in het voertuig achter.

Bij het parkeren heeft de bestuurder de handrem echter onvoldoende aangetrokken.

Hierdoor rolde het voertuig buiten het zicht van de bestuurder met de neus van het voertuig dwars over de Dr. Lelykade en gleed over de kadermuur de Tweede Haven in.

 

Door het schrapende geluid van de bodemplaat van het voertuig over de kademuur werd de bestuurder gealarmeerd.

Hierop draaide die zich direct om en rende, om hulp roepend, richting de kaderand.

Hier probeerde hij het voertuig nog tegen te houden maar dat mislukte.

Het voertuig kwam uiteindelijk rechtopstaand op de neus op de bodem van de haven tussen de kademuur en de stalen vlonders van de jachthaven tot stilstand.

Het water was op dat moment 4 ºC . Bovendien kon het voertuig ieder moment omvallen.

 

Mevrouw Damen, u was op dat moment aan het werk in één van de viswinkels, het Vispaleis Scheveningen.

Toen u het schrapende geluid hoorde, herkende u dit meteen omdat het vaker voorkomt dat slecht geparkeerde voertuigen hier te water raken.

Ook hoorde u de roep om hulp van de bestuurder.

Hierop ging u naar buiten.

Er had zich inmiddels al een aantal omstanders verzameld, maar niemand bood hulp.

Toen u dat zag, ging u het water in en deed een eerste poging om het slachtoffer te bereiken.

Vanwege het slechte zicht en de lage watertemperatuur moest u helaas uw pogingen staken.

 

Meneer Castricum, u stond op het moment van het ongeval in één van de viswinkels een bestelling te doen.

Toen u hetzelfde, schrapende, geluid én het hulpgeroep van de bestuurder hoorde, ging u naar buiten.

Ook u trotseerde de ijzige temperatuur van het water en de gevaarlijke ligging van de auto.

Door middel van een hoekduik wist u het voertuig te bereiken en het dichter naar de kant te trekken.

Bij uw tweede poging wist u het slachtoffer te bereiken en het beet te pakken, maar u moest uw poging staken vanwege een tekort aan zuurstof en de lage watertemperatuur.

 

Meneer Uiterwijk, u fietste – buiten diensttijd, u bent brandweerman – over de Dr. Lelykade.

U zag dat er verderop ‘iets’ aan de hand moest zijn.

Hierop reed u snel naar de plaats van het ongeval.

Toen u ter plaatse kwam, zag u een voertuig in de haven liggen en een paar omstanders die inmiddels het water in waren gegaan.

Hierop deed u wat kleren uit en ging ook het water in.

U probeerde met een aantal ‘hoekduiken’ het slachtoffer te bereiken.

Ook dat lukte u niet.

 

Toen u na de laatste poging bovenkwam, zag u dat uw collega’s van de brandweer aan waren gekomen met een kraanwagen.

Hierop vroeg u aan uw collega’s een takelstrop die u vervolgens aan het voertuig wist vast te maken.

Hierdoor kon de kraanwagen het voertuig met het slachtoffer op de kade hijsen.

 

De hulpdiensten haalden het slachtoffer vervolgens uit het voertuig en startten de reanimatie die succesvol was waarna het slachtoffer werd overgebracht naar een ziekenhuis. Helaas is het slachtoffer een week later alsnog overleden.

Stuk voor stuk heeft u aangegeven dat wat u heeft gedaan niet zo bijzonder is. Maar dat is het wél.

Er waren op het moment van het ongeval veel omstanders, maar slechts een handjevol mensen hebben geprobeerd het slachtoffer te redden. De temperatuur van het water, de waterkwaliteit en de ligging van de auto waren reële risico’s voor uw gezondheid en uw leven.

Mevrouw Damen, u heeft aangegeven dat uw broer Tim Damen, die hier ook is, zich bij dit ongeval minstens zo heldhaftig heeft opgesteld als u en u wil niet dat dit onvermeld blijft.

Daarom namens de gemeente Den Haag ook dank aan u, meneer Damen.

Mevrouw Damen, meneer Castricum en meneer Uiterwijk, u heeft een menslievende daad verricht waarbij sprake is van moed, beleid en zelfopoffering.

Daarom heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd om u alle drie de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in brons toe te kennen.

Dit is de oudste onderscheiding voor burgerlijke heldenmoed in Nederland (bijna 200 jaar oud) en de enige koninklijke.

Deze wordt maar zelden uitgereikt.

Niet alleen een enorme eer om te ontvangen maar ook om uit te reiken.