Toespraak door Jan van Zanen bij het afscheid van Martijn Balster, 27 mei 2025
Beste Martijn,
‘Een mooie hondenbaan’ was het, zo zei je in een interview in maart van dit jaar, nadat je – zwaar te moede – het besluit had genomen om te stoppen als wethouder.
Ja, het wethouderschap is vaak een hondenbaan, daar kan ik over meepraten.
Maar de dossiers die op jouw bordje lagen waren wel zeer groot en loodzwaar.
In datzelfde interview liet je ook weten: “Je wordt geleefd, maar het is heel bijzonder om van betekenis te kunnen zijn voor de mensen in de stad.
En die voldoening voert nog steeds de boventoon.”
Einde citaat.
Geheel terecht, voeg ik eraan toe.
Je trad aan als wethouder op 19 december 2019, nadat in de niet bepaald rustige eerste week van oktober van dat jaar Hart voor Den Haag het college had moeten verlaten en de burgemeester haar taak neerlegde.
Je was op dat moment al ruim vijf jaar namens de PvdA actief in de Haagse gemeentepolitiek, als raadslid en fractievoorzitter en, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, als lijsttrekker.
Als raadslid was je woordvoerder op het terrein van zorg, jeugd, veiligheid en bestuur.
Later op wonen, ruimtelijke ordening, financiën en economie.
Kortom, je had al veel dossierkennis opgedaan, iets dat goed van pas kwam toen je halverwege de rit in het college instapte.
Met vaste hand greep je het stuur en eigenhandig schreef je mee aan het nieuwe coalitieakkoord.
Het verbaasde niemand dat je onder andere de woonportefeuille claimde.
Je plaatste je stevig in de sociaaldemocratische traditie door daar weer ‘volkshuisvesting’ van te maken.
Zo haakte je aan bij illustere PvdA-voorgangers als de Amsterdamse wethouder Jan Schaefer en de Haagse wethouder Adri Duivesteijn.
De ronduit sobere inrichting van je werkkamer, met amper decoratie, getuigde daarvan.
Maar daar hing wél Schaefers verkiezingsposter, met bouwhelm en diens beroemde uitspraak ‘in geouwehoer kun je niet wonen’.
Zo’n bouwhelm ontbrak ook niet in jouw kamer.
Een krijgertje, met daarop de tekst ‘Balster bouwt betaalbaar’.
Dat was je belangrijkste doel en is ook je grootste wapenfeit.
Bouwtrajecten zijn lang.
Als gevolg daarvan knippen woonwethouders voornamelijk de lintjes door van projecten die door hun voorgangers zijn gestart.
Jouw opvolgers wacht dan ook de schone taak met jouw werk te pronken: betaalbare woningbouw.
Minimaal 30 van de 100 nieuwe woningen die de komende 4 jaar worden gebouwd zijn sociale huurwoningen.
Ter vergelijking: in 2019 waren dat er 2 op de 100.
Uiteraard had ook de particuliere huursector jouw volle aandacht.
Je vergrootte de slagkracht van de Haagse Pandbrigade en heroverde een deel van de huurmarkt op huisjesmelkers.
Onder andere dankzij de Wet goed verhuurderschap en de Wet betaalbare huur, waarvoor Den Haag driftig lobbyde.
Tussen haakjes: als jongeman had je zelf ervaren dat voor de kamer waar je woonde een veel te hoge huur was gevraagd, iets dat je met succes voor de rechter had aangevochten.
Met je wijkaanpak bracht je het beleid weer dichter bij de mensen, zij om wie jou het allemaal te doen was.
Trots mag je ook zijn op het Nationaal Programma Zuid West.
Het stadsdeel waar jij als wethouder Escamp ook veel kwam.
Ontmoetingen met de mensen uit de stad, dat was waar je veel energie uit putte.
Een noodzakelijke injectie om je daarna weer te kunnen storten op beleid.
Erg verguld was je toen een bewoner van Zuidwest-bewoner je aansprak naar aanleiding van de vorderende bouw van Steenzicht.
Die zei: ‘’Ik wilde al jaren weg uit Zuidwest, maar nu ik dit zie, wil ik hier blijven”.
Kijk, dit is waar je het voor doet.
Vanaf het begin van je aantreden heb je je ingezet voor de rechten van woonwagenbewoners, die de jaren ervoor geconfronteerd waren geweest met een gemeentelijk uitsterfbeleid.
Je had dan ook heel wat in te halen.
Hoe bitter dat dit dossier uiteindelijk het voortijdig einde van je wethouderschap heeft veroorzaakt.
Dan was er natuurlijk het beleidsprogramma Arbeidsmigratie in goede banen, waarmee de situatie van arbeidsmigranten uit de EU en vooral de (woon)misstanden waarmee zij te maken hebben in kaart worden gebracht en worden aangepakt.
Daarmee kwam Den Haag positief in het nieuws, evenals jouw voortrekkersfunctie op dit terrein.
Overigens refereerde je in die context vaak aan je voorouders, die voor een deel als immigranten naar Nederland waren gekomen.
En op het terrein van welzijn luidde een gevleugelde uitspraak van jou: “Een onsje welzijn scheelt een kilo zorg”.
Je medewerkers leerde jou kennen als een zeer intrinsiek gemotiveerd mens, die de stad beter wilde maken voor de bewoners, ook voor de zwaksten.
Een keiharde werker, die zich geregeld hardop afvroeg waarom een etmaal maar 18 werkuren telt.
Je vrouw Annie en jullie drie zoons, de Balster Boys, hebben je dan ook vaak moeten missen.
Toch kon men je heus met regelmaat zien fietsen om ze naar school te brengen of op te halen of om met ze mee te gaan naar zwemles.
De weinige vrije tijd die overbleef besteedde je aan hardlopen, waarbij je goede tijden neerzette.
Van Asten laat je achter je, maar Bredemeijer blijft steevast vast aan kop.
Beste Martijn,
Heel veel dank voor alles wat je voor Den Haag hebt gedaan.
Het is mij een grote eer je mede te delen dat het college heeft besloten om jou de Vroedschapspenning in goud toe te kennen.