Meneer Nieuwenhuis,
Beste Bob Bonies,
Uw werk bewijst dat kunst een universele taal is.
Een taal die, zonder woorden, kracht uitstraalt.
Verhalen vertelt en mensen verbindt.
Uw Haagse wortels zijn volgens mij ook zichtbaar in uw werk.
De strakke lijnen in uw werk doen denken aan het Haagse stratenplan: als je om de hoek kijkt word je altijd verrast.
Met uw puur conceptuele benadering heeft u de moderne kunst in Nederland verrijkt en wereldwijd op de kaart gezet.
Meer dan 120 museale tentoonstellingen, en zelfs de vertegenwoordiging van Nederland op de wereldtentoonstelling van 1967 in Montreal staan op uw naam.
Indrukwekkend.
Uw werk spoort mensen aan om verder te kijken en door te denken.
Een trotse bezitter van uw werk had het in de rechtbank hangen.
Hij gebruikte het om partijen te wijzen op het belang van compromis.
De blauwe en rode vlakken symboliseerden de spanning tussen twee tegenstellingen.
Maar vanuit een ander perspectief bood het ruimte voor elkaar.
Rechtvaardigheid is voor u een kernwaarde.
De rode draad in uw activisme.
In 1972 was u medeoprichter van de Bond voor Beeldende Kunst Arbeiders.
Een actievere rol in het kunstbeleid voor de kunstenaar en wars van de traditionele hierarchie.
Daar ging u voor.
Als directeur van de Vrije Academie in Den Haag zorgde u dat de Academie bleef floreren.
Ondanks de bezuinigingen waar u mee werd geconfronteerd in de 13 jaar dat u aan het roer stond.
Die reflectie waar uw werk tot uitnodigt wens ik ons allemaal toe.
Doet me plezier u voor uw levenslange inzet voor de kunsten de versierselen uit te reiken die horen bij de Koninklijke onderscheiding die u is toegekend.