Moentajali Mohammedamin

Meneer Mohammedamin, Moentajali,

Net als bij meneer Ghauharali, is ook uw naam nauw verbonden aan de Vereniging Ahmadiyya Anjuman Isha’at Islam (Lahore) Nederland.

En ook u was eerst religieus actief in Suriname, onder meer als plaatsvervangend imam.

Na uw verhuizing naar Den Haag sloot u zich aan bij dezelfde moskee als meneer Ghauharali.

Meteen werd u gevraagd om ook hier plaatsvervangend imam te worden.

Kennelijk was uw goede reputatie u vooruitgesneld.

Sinds 2001 bent u daar imam en lid van de Raad van Advies.

U wordt binnen uw geloofsgemeenschap, maar ook daarbuiten, op handen gedragen.

De functie van imam lijkt u op het lijf geschreven.

Men roemt uw warme persoonlijkheid, uw hulpvaardigheid en uw vermogen om op te treden als verbinder.

Steeds opereert u met tact, wijsheid en geduld.

U staat de leden van de gemeenschap bij in goede en slechte tijden.

Zo gaat u nog steeds, ondanks – als ik dat mag zeggen – uw gevorderde leeftijd thuis op bezoek bij zieken en behoeftigen en bij mensen in het ziekenhuis of verpleeghuis.

Ook mensen die niet meer staat zijn om naar de moskee te komen, zoekt u thuis op.

Op hoogtijdagen, zoals een geboorte, een verjaardag of een huwelijk, bent u – als het even kan – van de partij, om te reciteren uit de Koran.

Bij een overlijden bent u de familie steeds tot grote steun, ook bij de bewassing van de overledene.

U wordt wat dat betreft ook zeer gewaardeerd door een uitvaartondernemer die u al jaren kent.

Hij heeft veel van u geleerd over de gebruiken bij een Islamitische uitvaart.

Steeds kan men een beroep op u doen, al is het midden in de nacht.

Het is die plichtsgetrouwheid, die zelfopoffering die u zo geliefd maakt.

Niet onvermeld wil ik laten uw rol bij de voorbereiding van mensen die op bedevaart gaan.

U heeft in dat kader bijgedragen aan een handleiding voor bedevaartgangers, zodat zij zich beter staande kunnen houden in de grote mensenmassa en zich kunnen concentreren op het werkelijke doel van hun reis naar Mekka.

Ik had het eerder over het sociaal-religieuze weefsel dat Den Haag zo bijzonder maakt.

U bent een van de mensen die daar een grote bijdrage aan leveren.

Hoop dat u dat wil blijven doen.

Het doet me dan ook een groot genoegen u mede te delen dat Zijne Majesteit de Koning heeft besloten u voor deze bijdrage Koninklijk te onderscheiden.