Wat doet het museum met u?
Ja, weet u, ik ben hier al vaak geweest. Samen met de burgemeesters uit de G4 (Amsterdam, Rotterdam en Utrecht), bijvoorbeeld, met de VNG, met leden van het kabinet. Om te vergaderen, te spreken, een expositie te bezoeken en/of het avondeten te gebruiken. Dit gebouw laat niemand onberoerd en mij ook niet. De ogenschijnlijke eenvoud, de rechte lijnen, de mooie kleur geel van de bakstenen, de waterpartij ervoor, de entree, het monumentale trappenhuis. Maar ook de intieme ruimtes (‘kabinetjes’) naast de grote zalen. Het is allemaal van een zeldzame schoonheid. En het gebouw straalt rust uit. Want hoe mooi dit museumgebouw ook is, het leidt niet af van de kunst die hier is te bewonderen. ‘Bouwen is dienen’ was een motto van Berlage. Dat komt hier heel mooi tot uiting.
Hoe ziet u het belang van kunst en museum voor een stad, en in het bijzonder de stad Den Haag?
Een stad, een stedelijke omgeving, kan niet zonder kunst en zonder musea als het Kunstmuseum. Dat geldt ook voor Den Haag. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens verwoordt het zo, in artikel 27: ‘Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan’. In Den Haag wordt dat recht niet alleen gegarandeerd, de kennismaking met de rijkdom van kunst wordt actief gestimuleerd. Scholen, musea en ook het Residentie Orkest doen er alles aan om kinderen – ook zij die van huis uit niet snel naar een museum, theater of concertzaal zouden gaan – in contact te brengen met kunst en cultuur. En dat is van een niet te overschatten belang. Kunst is geen luxe, het is een levensbehoefte. Kunst verruimt onze blik, zet ons aan het denken, kan ons laten lachen en kan ons troost bieden. Een ruim cultureel aanbod trekt nieuwe bezoekers, inwoners, ondernemers en investeerders. En maakt Den Haag extra aantrekkelijk als vestigingsplaats voor internationale organisaties. Het Kunstmuseum behoort tot de prominente musea van Den Haag en trekt veel bezoekers. Hopelijk kan het snel weer zijn deuren openen. En, wat heel bijzonder is: het Kunstmuseum bezit de grootste Mondriaancollectie ter wereld.
U bent zoon van een architect; is het leuk hier iets over te vertellen?
Wat een aardige vraag. U heeft zich goed voorbereid. Inderdaad, dat klopt. Ik ben trots op m’n Pa (1936) en z’n werk. Hij was een architect die vooral in de – zogenaamde – utilitietsbouw werkzaam was. Hij ontwierp fabriekshallen (Van Duuren districenters, Koninklijke Boone Deuren Edam), bedrijfsruimten, gemeentehuizen en bankgebouwen. Hij volgt de ontwikkelingen nog steeds met belangstelling. Toen in Utrecht vlakbij het Stadskantoor het WTC was geopend genoot hij bijvoorbeeld met volle teugen van de rondleiding door en het gesprek met vakgenoot Roberto Meyer. Ik hoop dat het lukt hem nog een keer in deze architectonische briljant van Berlage te laten rondleiden.