Welkomstwoord door Jan van Zanen bij de opening van het symposium in het kader van de Haagse week tegen mensenhandel, 9 oktober 2023

 

Geachte aanwezigen,

 

Welkom op dit symposium op deze eerste dag van de Haagse week tegen mensenhandel.

Die staat dit keer in het teken van seksuele en criminele uitbuiting van jongeren.

Goed dat u er bent.

Zojuist heeft u de voorstelling ‘Misschien zie je haar vaak alleen’ van De Balie live journalism gezien.

Een indringende en confronterende productie, gebaseerd op gesprekken met slachtoffers van seksuele uitbuiting en de mensen en instanties om hen heen.

De verhalen over uitbuiting, niet alleen uit deze voorstelling, zijn vreselijk.

Wat het extra schrijnend maakt: ondanks de vele mogelijkheden om hulp, opvang en begeleiding te bieden blijven de meeste slachtoffers uit het zicht.

Ook jongeren die ten prooi vallen aan criminele uitbuiting blijven vaak onzichtbaar.

Daarnaast speelt er ook een overlap van seksuele en criminele uitbuiting.

Meisjes en jonge vrouwen die eerst seksueel zijn uitgebuit worden vervolgens nogal eens ingezet om leeftijdgenoten te ronselen voor prostitutie of het rondbrengen van drugs.

Volgens onderzoek dat het Centrum kinderhandel en mensenhandel uitvoerde in verschillende gemeenten, waaronder ook Den Haag, gaat het jaarlijks om duizenden jongeren die crimineel worden uitgebuit, waarvan er maar enkele tientallen op de radar verschijnen.

Veertig procent van hen is heel jong, tussen de twaalf en achttien jaar.

Voor criminelen vormen deze jongeren inmiddels een belangrijke pijler onder hun verdienmodel.

Bewust kiezen ze kwetsbare jongeren of jongeren met een problematische achtergrond.

Wanneer wij niets ondernemen dreigen deze jongeren voorgoed uit zicht te raken.

Het bereiken van de slachtoffers is echter niet altijd makkelijk.

Een belangrijke reden daarvoor is het feit dat veel van de jongeren zich niet als slachtoffer zien.

Ze voelen zich soms medeverantwoordelijk, schamen zich of voelen zich zeer afhankelijk van degene die hen uitbuit.

In het geval van criminele uitbuiting zien ze zichzelf mogelijk zelf als dader.

Zij zijn niet alleen bang voor de degenen die hen uitbuiten, maar vrezen ook de reacties in hun omgeving.

En dat zij in het ergste geval misschien zelf zullen worden gestraft voor hun daden wanneer ze zouden besluiten om hulp te zoeken.

Als gemeente willen we er alles aan doen om alle vormen van mensenhandel, zowel seksuele, criminele als arbeidsuitbuiting, tegen te gaan.

Sinds 2020 hebben we als gemeente het actieprogramma ‘Naar een stad zonder uitbuiting’ lopen.

Op dit moment wordt het programma geëvalueerd in de aanloop naar een nieuw actieprogramma.

Onze aanpak draait onder andere om het voorkomen en bestrijden van mensenhandel, het adequaat signaleren en melden én het beschermen van de slachtoffers.

Dit is iets waarbij wij, als gemeente, samen met u, professionals die met jongeren werken, samen kunnen en moeten optrekken.

Graag wil ik hier nog eens benadrukken dat u er niet alleen voor staat.

Deze bijeenkomst is er óók om u bekend te maken met het pakket van maatregelen van de gemeente om uitbuiting tegen te gaan.

Tot dat pakket behoren gastlessen en weerbaarheidstrainingen op bijvoorbeeld scholen of in wijkcentra, verzorgd door organisaties zoals SHOP, Centrum 16-22 en FairWork.

Daarnaast zijn er trainingen voor professionals.

Organisaties zoals SHOP en politie zijn steeds bereikbaar om signalen aan door te geven, maar ook om mee te denken, advies te geven of mogelijk langs te komen.

Ten slotte is het mogelijk om concrete gevallen als casus in te brengen bij het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden.

Weet dus dat u voor ondersteuning of advies steeds kunt aankloppen bij de gemeente, de politie of de genoemde organisaties.

Laten we met elkaar er alles aan doen om onze jongeren uit handen te houden van uitbuiters en de jongeren die al in hun val zijn gelokt eruit te redden.

Makkelijk is dat niet, maar wanneer we de handen ineenslaan, moet het lukken.

Dank voor uw hulp en betrokkenheid.

Een heel goed symposium gewenst.