Toespraak door Jan van Zanen bij de herdenking van Adri Duivesteijn, 26 maart 2023

 

Lieve familie,

Liesbeth, kinderen, partners én kleinzoon.

Geachte aanwezigen,

 

Het onvermijdelijke is dan toch gebeurd.

Adri Duivesteijn, ereburger van deze stad, is er niet meer.

Al leek hij in zijn strijd tegen zijn ziekte welhaast onoverwinnelijk.

 

Het overlijden van Adri raakt velen.

Den Haag zal het voortaan moeten doen zonder deze man die tot het laatst intens betrokken was bij zijn stad.

Waar anders kunnen wij hem beter gedenken dan hier, in het Stadhuis.

Het Stadhuis aan het Spui dat zonder Adri er niet zou zijn gekomen.

Hier in het Atrium, dat wij vandaag voor de gelegenheid zullen omdopen in Adrium.

 

Het was hier dat ik Adri voor het laatst heb gesproken, bij de Kerst Sing-Along van afgelopen december.

Een dierbare herinnering.

Maar er waren natuurlijk eerdere ontmoetingen.

Die gaan terug tot de tijd dat ik wethouder was in Utrecht en later, toen Adri die functie in Almere bekleedde.

Vijf jaar geleden hebben we samen deelgenomen aan een werkbezoek van de stichting Forum voor Stedelijke Vernieuwing.

Reisdoel: Parijs.

Adri keek graag over de grenzen.

Op Adri’s initiatief nodigde Den Haag beroemde architecten uit.

Grote namen, uit binnen-en buitenland, zoals Meier, Siza, Krier, Bofill, Hertzberger, Weeber en Coenen.

Die laatste kwam met het plan voor de Vaillantlaan: een goed voorbeeld van kwalitatief hoogstaande stadsvernieuwing zoals Adri die voor ogen had.

Architectuur en buitenruimte waar mensen zich aan op kunnen trekken.

Daar, in de Schilderwijk, waar het allemaal is begonnen.

Waar Adri al op jonge leeftijd tot de conclusie kwam dat het beter moest en beter kon.

Juist voor mensen in buurten als de Schilderswijk.

 

Als actievoerder kwam Adri in de gemeenteraad en werd vervolgens wethouder.

In het eerste en (en tot nu toe) enige linkse college dat Den Haag heeft gekend.

En dat was op het Stadhuis, aan de Patijnlaan, een cultuurschok, zo heb ik me laten vertellen.

Voorbij waren de tijden van sigaren rokende heren wethouders.

Spijkerbroek in plaats van driedelig pak, sandalen in plaats van brogues.

Het stijve, deftige protocol ten stadhuize werd danig opgeschut door Duivesteijn en de zijnen.

Adri sloop regelmatig de collegevergadering uit om dan even gezellig koffie te gaan drinken met de secretaresse van de burgemeester.

Tot die tijd ondenkbaar.

Adri deed het gewoon.

Zijn afkeer van het formele en autoritaire moet zich al op jonge leeftijd hebben geopenbaard.

“Duivesteijn, je irriteert me”, zo had de pastoor van de Heilig Hart Kerk de negenjarige Adri al toegedonderd.

 

Adri bracht de bravoure uit zijn actietijd het Stadhuis binnen.

Een houding die mooi wordt verbeeld door de beroemde foto waarop hij het Prins Bernhardviaduct met een slopershamer te lijf gaat.

Dat was, dat weten de ouderen hier zeker, oorspronkelijk veel langer en moest het begin vormen van de zogeheten Dwarsweg:

Een soort Autobahn dwars door het Oude Centrum.

Het waren dit soort verwoestende ingrepen die Adri een gruwel waren.

En die hij in dit geval wist te verhinderen.

‘Cityvorming’ noemde men dat.

Stadsvernieling in plaats van vernieuwing, zou je ook kunnen zeggen.

Maar toch: hoezeer Adri ook een behoedzame stadsvernieuwing voorstond, toch was hij het als raadslid wél eens met de geplande afbraak van de Van Ostadewoningen.

Ze verkeerden in een slechte staat en Adri vond ze ook veel te klein voor een gezin, bijvoorbeeld.

Maar strijdmakker Joop ten Velden wist hem te overtuigen van de architectonische waarde van de hofjes.

Als wethouder zorgde Adri er dan ook voor dat de woningen werden opgeknapt.

Decennia later, niet zo heel lang na mijn aantreden in Den Haag, heb ik ze bezocht.

En werd er onder andere hartelijk begroet door Safiye, die daar inmiddels was komen wonen.

 

Adri’s tien jaar geleden overleden broer John zette hem op het spoor van stadsvernieuwing als culturele activiteit (uiteraard met twee k’s geschreven).

Dat hield ook in: terugkeer naar de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit die we kennen uit het tijdperk van Wibaut en Berlage.

Omdat het recht doet aan menselijke waardigheid en verheffing van bewoners.

Daar hoorden de grote namen bij die ik eerder noemde.

Het gesprek over architectuur stond voor Adri steeds centraal.

Waarbij dat gesprek uitdrukkelijk niet voorbehouden was aan professionals.

Dat was nieuw; voorheen werd de stem van bewoners niet gehoord bij stadsvernieuwing.

Voor Adri, de oud-activist, was het iets vanzelfsprekends.

De autonomie en de zelfverwerkelijking van de mens, daar ging het hem om.

Zie ook zijn inzet voor het particulier opdrachtgeverschap, later in Almere.

Van paternalisme gingen zijn haren recht overeind staan.

Echo’s uit zijn jeugd in de jaren vijftig?

 

Eén ding staat vast:

Adri Duivesteijn heeft, vanuit een enorme gedrevenheid heel veel voor Den Haag betekend én bereikt.

De plek waar we nu zijn, het Spuikwartier, is wat dat betreft symbolisch.

Van een stedenbouwkundige woestenij heeft die plek zich ontwikkeld tot een kloppend hart van onze stad.

Dat is en blijft de verdienste van Adri.

Met zijn engagement en inzet zijn de stedenbouw en de stadsvernieuwing in Den Haag naar een hoger plan getild.

Met als resultaat: goede én betaalbare woningen, van hoge architectonische kwaliteit, in een omgeving die recht doet aan de menselijke maat.

Een nalatenschap die de lat hoog legt voor de bestuurders van nu.

Bestuurders die vorm moeten geven aan woningbouw en leefbaarheid in een stad die zich snel ontwikkelt.

Voorwaar, een mooie en blijvende nalatenschap.

Dank je wel, Adri.