Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de herdenking van de intocht van de Prinses Irene Brigade, 8 mei 2022

 

Luitenant-kolonel George Dimitriu,

Geachte aanwezigen,

Vandaag is het precies 77 jaar geleden dat de Prinses Irene Brigade Den Haag binnentrok.

De mannen van de Prinses Irene Brigade viel de eer te beurt om als eerste geallieerde eenheid onze stad binnen te rijden.

De Brigade had dan ook geen betere naam kunnen krijgen dan die van Irene: ‘zij die vrede brengt’.

Wat een bijzonder moment moet dat zijn geweest: eindelijk vrijheid, eindelijk vrede, na vijf verschrikkelijke jaren.

Den Haag herrees uit de puinhopen van de oorlog en werd weer het hart van onze democratie.

Daarnaast ontwikkelde Den Haag zich in de loop van de jaren meer en meer tot internationale stad van vrede en recht.

Sinds jaar en dag vervullen Nederlandse militairen een belangrijke rol in internationale vredesmissies.

Zo ook de leden van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene, dat is voortgekomen uit de Prinses Irene Brigade.

In de Grondwet is vastgelegd dat Nederland de internationale rechtsorde ondersteunt en dat ons leger daarin een belangrijke taak heeft.

Onze vrouwen en mannen zetten zich met hart en ziel en onder vaak grote gevaren, in voor een veiliger en rechtvaardiger wereld.

Daarom verdienen zij onze onvoorwaardelijke steun.

Wij voelen ons met hen verbonden.

Zoals wij ons ook verbonden voelen met de veteranen van de Prinses Irene Brigade en hen voor altijd dankbaar blijven.

Dat wij nu al 77 jaar in vrede en vrijheid leven, danken wij aan hen.

De oorlog in Oekraïne doet ons beseffen dat een leven in vrede ook vandaag de dag geen vanzelfsprekendheid is.

Daarom moeten we ons blijven inzetten voor het behoud van die vrede en vrijheid.

Niet alleen voor de huidige generatie en zij die na ons zullen komen.

Maar ook uit dankbaarheid en respect voor hen die ons destijds de vrede brachten, de leden van de Prinses Irene Brigade.