Toespraak door Jan van Zanen bij de herdenking van de bevrijding van Den Haag, 8 mei 2025

 

Regimentscommandant Luitenant-kolonel overste Verhoef,

Leerlingen van de Willemsparkschool,

Geachte gasten,

Van harte welkom bij deze herdenking van de bevrijding van Den Haag.

Een bijzonder woord van welkom aan Prins Jaime.

De naam van uw moeder, Prinses Irene, is voor altijd verbonden met acht mei: de dag waarop in 1945 de Prinses Irene Brigade als eerste geallieerde eenheid Den Haag binnentrok.

Tien jaar geleden was de Prinses hier aanwezig.

Wat mooi, dat u die taak van haar heeft overgenomen.

 

I would also like to welcome Poppy Hudson, Head of Bilateral Relations at the British Embassy, and Hugh Adsett, Ambassador for Canada.

British and Canadian troops fought hard for our freedom and made great sacrifices.

The Hague was pleased to welcome Canadian soldiers as liberators in 1945.

Finally, I would like to welcome my colleague Linda Mason, Mayor of Wolverhampton and our other guests from Wolverhampton.

A city that has close historical ties with the Princess Irene Brigade.

If you will permit me, I will now continue in Dutch.

 

Aan de hand van een krantenbericht van tachtig jaar geleden neem ik u, voor heel even, mee terug in de tijd.

“En dan, om ongeveer kwart voor zeven is het lang verwachte ogenblik gekomen.

Enige motorfietsen rijden de Groenmarkt op en daarop volgen de wagens, vrachtauto’s, gevechtswagens, materiaalwagens enzovoorts.

Maar niet van de Canadezen of Britten, doch van onze eigen Nederlandse brigade Prinses Irene.

De indruk op het publiek is onbeschrijflijk.”

Zo beschreef Trouw, tot dan toe een illegale krant, de glorieuze intocht van de Prinses Irenebrigade in Den Haag op 8 mei 1945.

Burgemeester De Monchy, in zijn ambt hersteld, begroette de commandant van de brigade , kolonel De Ruyter van Steveninck.

Wij, de generaties die mochten opgroeien in vrede en vrijheid, kunnen ons amper de ontroering voorstellen die zich op dat moment meester moet hebben gemaakt van de mensen die hier precies tachtig jaar geleden stonden.

Onder de leden van de Irenebrigade was ook Rudi Hemmes.

Tot op zeer hoge leeftijd was generaal Rudi Hemmes aanwezig bij deze en andere herdenkingen en vertelde hij aan schoolkinderen over zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Wat bijzonder dat mevrouw Madeleine Hemmes, zijn weduwe, vandaag in ons gezelschap is.

In de jaren na 1945 herrees onze stad uit de puinhopen van de oorlog en Den Haag werd weer het hart van onze democratie.

Daarnaast ontwikkelde Den Haag zich in de loop van de jaren meer en meer tot internationale stad van vrede en recht.

Sinds jaar en dag vervullen Nederlandse militairen een belangrijke rol in internationale vredesmissies.

Zo ook de leden van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene, dat is voortgekomen uit de Prinses Irene Brigade.

Vorig jaar konden zij niet aanwezig zijn bij deze herdenking, omdat ze op missie waren.

Dit jaar bent u er gelukkig wel.

Onze vrouwen en mannen zetten zich met hart en ziel en onder vaak grote gevaren, in voor een veiliger en rechtvaardiger wereld.

Daarom verdienen zij onze onvoorwaardelijke steun.

De gewapende conflicten van nu, zoals de oorlog in Oekraïne, herinneren ons eraan hoe kwetsbaar vrede en vrijheid kunnen zijn.

Vrede en vrijheid moeten we onderhouden en beschermen.

Dat is een taak van ons allemaal, niet alleen van militairen.

Of, zoals het, in wat ouderwetse woorden,  op het Irenemonument aan het De Monchyplein staat: “bedenk welk daaglijks offer het doen groeien van vrijheid steeds weerom U vraagt”.

Onze inzet voor vrede en vrijheid, is dan ook de beste manier om al die mensen te eren die tachtig jaar geleden ons de vrijheid brachten:

de geallieerde militairen, in het bijzonder de Prinses Irenebrigade en de Canadese troepen.

Dank u.