Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de herdenking van de Scheveningse zeelieden, 3 juni 2023

 

Zij voeren uit en lieten de haven achter zich.

Jongens en mannen van Scheveningen.

Schippers, stuurmannen, stokers, matrozen.

Zij voeren uit, maar keerden niet terug.

Zij bleven op zee.

Ieder jaar herdenken wij hen.

In de Oude Kerk en hier, bij het monument van de Vissersvrouw.

Hoeveel Scheveningse vrouwen en kinderen zullen ook, net als deze bronzen vrouw, over de zee hebben getuurd?

Vervuld van hoop; hoop dat hun echtgenoten, vaders of broers heelhuids terug zouden keren.

Vervuld van wanhoop; wanhoop omdat het ernaar uit zag dat zij nooit meer thuis zouden komen.

Op zoek naar berusting, steun en troost.

Bij familie en vrienden.

In de gemeenschap en in het geloof.

 

Net als vorig jaar besteden we tijdens deze herdenking aandacht aan een vissersboot waarvan het vergaan direct verband houdt met oorlogshandelingen.

Het was weliswaar al weer lang en breed vrede toen op 24 april 1919 de Scheveningen 288 ‘Nelly’ ter hoogte van Katwijk verging.

Maar de oorzaak was een mijn, de dodelijke erfenis van de Eerste Wereldoorlog die vijf maanden ervoor, in november 1918 ten einde was gekomen.

Zes opvarenden kwamen om het leven.

Krijn Baak was met zijn 13 lentes de jongste.

Zijn vader, ook Krijn geheten, was het jaar ervoor al omgekomen.

 

Het andere schip dat dit jaar extra aandacht krijgt is de Vlaardingen 213 Theodoor.

Deze haringlogger verging in de nacht van 9 op 10 oktober 1926 voor de oostkust van Engeland.

Van de zeven mannen die hierbij het leven lieten was de oudste 64, de jongste, Johannes Keus, 18 jaar oud.

De vader van Johannes, Dirk Keus, was al eerder, in het oorlogsjaar 1918 met zijn schip op een mijn gevaren.

Ook hij overleefde dat niet.

Lotgevallen die illustreren hoezeer de dood rondwaarde in verschillende generaties Scheveningse zeelieden.

En ook hoezeer wapentuig van de strijdende partijen Nederlandse zeelieden kon doden, ondanks het feit dat ons land buiten de Eerste Wereldoorlog bleef.

 

Ieder van u zal zo zijn eigen herinneringen en gedachten voelen opkomen tijdens een plechtigheid als deze.

Sommigen zullen herinneringen koesteren aan een persoon die zij nog hebben gekend.

Anderen komen hier met in het achterhoofd de verhalen over een familielid van lang geleden, van generatie op generatie doorverteld.

Hier, op deze plek van herinnering, komen al die gedachten en verhalen samen.

Het waren mensen die op zee het brood verdienden voor zichzelf en hun familie.

Het waren mensen die anderen probeerden te redden en dat zelf met de dood moesten bekopen.

Al die slachtoffers willen wij herdenken en hun namen in ere houden.

Hier bij het monument, bij de Scheveningse vissersvrouw.

Samen met haar kijken wij uit over de zee, in stilte.