Honderdjarig bestaan van Museum Bredius

Geachte heer Hoogsteder,
Beste Willem Jan,
Geachte aanwezigen,

 

Als burgemeester heb ik het voorrecht om met enige regelmaat honderdjarigen te bezoeken.

Maar het komt niet zo vaak voor dat het bij de eeuweling om een museum gaat.

Daarom ben ik des te meer verheugd vandaag met u te mogen stilstaan bij het honderdjarig bestaan van Museum Bredius.

Toen Abraham Bredius de zon van Monaco verkoos boven de schilderachtige maar ook regenrijke luchten van de Lage Landen, verkocht hij zijn woonhuis aan de Prinsegracht 6 aan de gemeente.

Daarnaast gaf deze oud-directeur van het Mauritshuis zijn kunstcollectie in bruikleen aan de gemeente en gaf ons ook nog eens Jan Steens schilderij ‘De sater en de boer’ cadeau.

En zo kon op 15 juni 1922 Museum Bredius worden geopend.

Bij zijn overlijden in 1946 liet Bredius de gehele collectie na aan de gemeente.

Zoals wellicht bekend moest de gemeente het Museum Bredius in 1985 om financiële redenen helaas sluiten.

Maar door particulier Haags initiatief kon het museum in 1990, nu aan de Lange Vijverberg 14, opnieuw zijn deuren openen.

Zonder de huidige betrokkenen bij het museum te kort te willen doen, wil ik die reddingsactie  even in herinnering roepen.

Tot die redders van het eerste uur behoorden mannen die niet meer onder ons zijn, maar wiens verdiensten bij deze jubileumviering niet onvermeld mogen blijven.

Zo was daar Albert Blankert, die als bestuurslid en kunsthistoricus de grote catalogi van de tekeningen en schilderijen uit de collectie schreef.

Ik noem ook dr. O.J.G. Kronig, die zich tien jaar als bestuurslid inzette en ook in financiële zin zeer heeft bijgedragen aan de goede start van het museum en het steunfonds.

En daar was natuurlijk John Hoogsteder.

Afgelopen oktober overleed hij, 90 jaar oud: dezelfde leeftijd die Abraham Bredius bereikte.

Decennia was hij bestuurslid, financieel ondersteuner, onbezoldigd conservator, marketeer, fondsenwerver, kortom: een onvermoeibaar gezicht naar buiten van het museum.

En ook stem van het museum, via de door hem ingesproken audiotour.

John Hoogsteder zorgde bovendien voor een groot restauratieprogramma voor de schilderijen.

Daarbij werden soms verrassende details weer zichtbaar en konden toeschrijvingen worden geactualiseerd.

In 2009 verscheen een kleine publicatie over die verrassingen, beschreven door de restauratoren en medewerkers van het RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis hier in de stad, sinds jaren een trouwe partner van Museum Bredius.

Dé ontdekking van 2022, hoe toepasselijk in dit jubileumjaar, is natuurlijk de conclusie dat de olieverfschets de Oprichting van Jezus aan het kruis wel degelijk, zoals Bredius zelf dacht, is geschilderd door Rembrandt.

Maar hoe spectaculair een dergelijke ontdekking ook is, bij Museum Bredius gebeurt veel meer, met een piepkleine staf en onbezoldigd bestuur.

Van deelname aan Museumnachten tot het bieden van een opleidingsplek voor de ROC opleiding ‘Nationale gids’.

Het voert te ver om het verder allemaal op te noemen.

Ik beperk me tot de constatering dat Museum Bredius een zeer actieve speler is in de Haagse museum-en cultuursector.

Van harte gelukgewenst.

Op naar het volgende eeuwfeest.