Toespraak door Jan van Zanen bij de uitreiking van een Koninklijke onderscheiding aan Nico Schrijver, 29 mei 2024
Geachte aanwezigen,
Professor Schrijver,
Meneer de vicepresident,
Op verzoek van burgemeester Jaensch en locoburgemeester Van Tongeren (Oegstgeest) ben ik hier graag aanwezig.
Vorige week mocht ik het eerste exemplaar van het boek ‘De droom van Den Haag’ in ontvangst nemen.
De jonge Benjamin Duerr beschrijft daarin op een aansprekende manier de ontwikkeling van Den Haag tot internationale stad van vrede en recht, vanaf de Eerste Vredesconferentie in 1899.
Het is een bijzondere publicatie, omdat die zich niet richt tot juridische specialisten, maar tot een breed publiek van geïnteresseerden.
En omdat de auteur duidelijk weet te maken hoezeer het nastreven van vrede en recht mensenwerk is en hoe belangrijk persoonlijk engagement daarbij is.
Professor Schrijver, niet alleen uw loopbaan, maar ook uw hele leven is daarvan het bewijs.
U staat in de traditie van generaties juristen en vredesactivisten die de afgelopen 125 jaar zich hebben ingezet voor een vreedzame en rechtvaardige wereld.
Iets dat ook tot uiting komt in uw karakter: u staat bekend als een zachtmoedig man, een verbinder.
Al op jonge leeftijd raakte u via uw plaatselijke predikant betrokken bij de Vredesweek, een initiatief van de gezamenlijke kerken.
Later, in Groningen, volgde u als tweede studie Polemologie, de wetenschap van oorlog en vrede, bij de beroemde hoogleraar Bert Röling.
Waarbij u overigens in de vakanties steevast naar huis kwam om mee te helpen in het familie-tuinbouwbedrijf.
U had zich daar op jonge leeftijd al onderscheiden met uw gave om aardbeien te plukken én om ze vervolgens uit te venten aan de consument, zo weet ik uit betrouwbare bron.
Maar dat terzijde.
Het thema oorlog en vrede heeft u nooit meer losgelaten.
Dan denk ik bijvoorbeeld aan uw werk voor de Commissie Davids, die onderzoek deed naar de besluitvorming die leidde tot de Nederlandse politieke steun aan de Irakoorlog.
En aan uw maiden speech in de Eerste Kamer waar u sprak over de lange traditie die Nederland heeft op het gebied van bescherming van de rechten van de mens.
Vele roemen uw werk als senator, waarbij uw interesse voor internationale samenwerking op de terreinen defensie, buitenlands-en veiligheidsbeleid en ontwikkelingssamenwerking goed tot uiting kwam.
Van 2005 tot uw emeritaat in 2022 was u hoogleraar Volkenrecht in Leiden, waarbij u in de voetsporen trad van eminente voorgangers als Peter Kooijmans.
Onder uw leiding beleefde de afdeling Volkenrecht een groei die door velen als onstuimig is omschreven: er kwamen meer studenten en promovendi dan ooit.
In dezelfde tijd ontstond het Grotius Centre for International Legal Studies en werden de internationale advanced LLM-programma’s internationaal publiekrecht uitgebreid.
Het reguliere masterprogramma op dit gebied werd een van de grootste binnen de juridische faculteit.
U bent niet alleen organisator en bouwer: ook als onderzoeker en auteur was u buitengewoon actief, vele tientallen publicaties heeft u op uw naam staan.
Uw creativiteit en energie worden omgeschreven als eindeloos.
Of misschien mag ik – met een knipoog – zeggen ‘mateloos’: als jongen improviseerde u op de sopraansaxofoon in de fanfare de sterren van de hemel, maar maathouden vond u lastiger…
Het delen van kennis en ervaring zit in uw DNA; zowel vakgenoten als ieder ander deden nimmer tevergeefs een beroep op u.
Uw naam en faam zijn tot ver over onze grenzen bekend: u geldt als een belangrijk ambassadeur van de Nederlandse beoefening van het volkenrecht.
Ik noem in dit verband ook uw inzet voor het prestigieuze Institut de Droit international en uw gasthoogleraarschap aan de Université Libre in Brussel.
Hier in onze stad mag The Hague Academy of International Law profiteren van uw kennis én daadkracht: men roemt u als het actiefste lid van het curatorium.
U bent voorzitter van de academische publicatiecommissie; de publicaties van de academie zijn wereldwijd bekend.
En uiteraard verzorgt u cursussen voor de studenten die uit vele landen naar Den Haag komen.
Professor Schrijver,
Vandaag neemt u afscheid als Staatsraad.
Sinds 2017 diende u de Raad van State als sectievoorzitter binnen de afdeling advisering.
In die hoedanigheid leidde u de behandeling van de voorstellen op het gebied van buitenlandse zaken, justitie en veiligheid en defensie.
Ook was u betrokken bij de advisering inzake Koninkrijksrelaties.
De afdeling advisering ontwikkelde zich onder uw invloed van een ‘gesloten bastion’ naar een open partner voor de regering en het parlement, ten gunste van de kwaliteit van de democratische rechtstaat.
Uw observaties gelden als scherp, maar tegelijkertijd roemt men uw gave om in debatten de harmonie te bewaren en om op een positieve manier problemen op te lossen.
Zoals ik al zei, u bent een verbinder.
Iemand met een grote gedrevenheid.
Uw betekenis voor het internationaal recht, voor onze democratische rechtstaat en voor een vreedzame en rechtvaardige wereld is groot.
Het doet me dan ook veel plezier u de versierselen uit te reiken die horen bij een Koninklijke onderscheiding.
Van harte gefeliciteerd.