Uitreiking Koninklijke onderscheiding W. J. Berg, 18 oktober 2024
Geachte heer Berg, beste Willem Jelle,
We staan vandaag stil bij uw indrukwekkende loopbaan. Van het dagelijks bestuur van het CDJA tot lid van het dagelijks bestuur van de Vakcentrale CNV. U leverde binnen het CDA een betekenisvolle bijdrage aan de doordenking van het christendemocratisch gedachtegoed. U was een belangrijke aanjager van de ontwikkeling van maatschappelijke dienstplicht. Vandaar ook dit seminar.
Namens het CNV was u vele jaren bestuurslid van de Stichting van de Arbeid. Binnen de brede agenda van dit gremium heeft u zich speciaal hard gemaakt voor de herziening van het pensioenstelsel. Juist het belang van jonge werknemers stond daarbij voor u voorop. Een tweede speerpunt was de ambitie om 100.000 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Samen met de partners in de stichting heeft u daarin veel bereikt.
Daarnaast vervulde u vele functies op het vlak van kerk en wereld, onderwijs, veteranenbelangen en nog veel meer. U stond en staat bekend als bewogen, betrokken en kritisch als het gaat om de inhoud, maar ook als gekend en geliefd bij de mensen die u met persoonlijke raad en daad bijstond en bijstaat. Tot mijn vreugde zet u zich tot op de dag van vandaag bij verschillende initiatieven in voor een levendige historische binnenstad van Den Haag. Voor zover uw gezondheid dat toestaat uiteraard.
Het is ruim 32 jaar geleden dat u een eerste rapport voor het CDA schreef over maatschappelijke dienstplicht. De discussie over de afschaffing van de militaire dienstplicht was volop aan de gang. U voorzag dat een belangrijk vormend element in de maatschappij zou vervallen. Nu zouden we daaraan toevoegen dat ook een intensieve ontmoeting tussen verschillende lagen van de bevolking met de dienstplicht verloren gaat. De veelbesproken tweedeling in de maatschappij is een goede aanleiding om de gedachtewisseling over maatschappelijke diensttijd – die u mede initieerde – verder te zetten.
Het nieuwe kabinet stopt weliswaar de ondersteuning van de maatschappelijke diensttijd, maar het Haagse Mondriaan College heeft aangegeven ermee door te gaan. ‘Omdat het studenten voorbereidt op een beroep en ondersteunt in hun persoonlijke groei’, aldus bestuursvoorzitter Hans Schutte. Het bewijst dat uw inbreng op dit dossier nog altijd actueel en urgent is.
Daarvoor – en voor al uw andere maatschappelijke bijdragen – verdient u waardering en erkenning. Daarom ben ik blij u de versierselen uit te mogen reiken die horen bij een Koninklijke onderscheiding.