Geachte mevrouw Van Wassenaer,

Beste Louise,

U bezit de gave om mensen tot leven te wekken, en u doet dat veelal vanuit uw stoel.

U heeft de afgelopen 25 jaar veel werk verzet om historische figuren aan de vergetelheid te onttrekken.

Samen met uw, helaas, vroeg overleden echtgenoot was u initiatiefnemer van historisch onderzoek naar achthonderd jaar adelgeschiedenis.

‘Heren van Stand’ is de kroon op dat werk.

Als historica werd uw doorzettingsvermogen daarbij menigmaal op de proef gesteld.

U kreeg niet alleen onleesbare handschriften en enorme lappen tekst op uw bord.

U speurde ook naar nieuw bronmateriaal.

Zo reisde u op een koude winterdag af naar Heerenveen om bij een rotonde een privé-archief in ontvangst te nemen.

En ook uw boek over Jan van Wassenaer is het resultaat van veel speurwerk in het huisarchief van kasteel Twickel.

U schreef een bijzonder boek over Jean Cavalier.

De leider van de opstand van de Hugenoten tegen koning Lodewijk de Veertiende.

Dankzij uw onderzoek en rijke verbeeldingskracht kreeg het de vorm van een historische roman.

De eigen familie- en privéarchieven deelt u ruimhartig met andere historici.

Daardoor kon Bert Koene het verhaal vertellen over een dochter van de familie Wassenaer.

Zij werd opgesloten.

Om te voorkomen dat zij met een jongeman van een lagere stand zou trouwen.

Dit soort verhalen overstijgen het privédomein.

Ze laten de lezer niet alleen reflecteren op de geschiedenis.

Maar ook op het heden.

Het verleden en het heden met elkaar verbinden is ook een rode draad in uw ijver om het archief van kasteel Duivenvoorde publiek toegankelijk te maken.

Historisch onderzoek is de sleutel tot het kunnen duiden van het verleden.

Het verschaft ons inzicht om verstandige keuzes in het heden te kunnen maken.

Met uw werk levert u daar een belangrijke bijdrage aan.

U heeft nog een boek geschreven en uitgegeven.

Over uw grootouders aan moeders kant.

Hij was predikant, socialist en oprichter van de sociale academie, zij was een bevlogen wereldverbeteraar.

Het doet mij genoegen dat besloten is uw noeste inspanningen te waarderen met een Koninklijke onderscheiding, waarvoor ik u de versierselen mag uitreiken.