Toespraak door Jan van Zanen bij de nieuwjaarsbijeenkomst van de Vastgoed Sociëteit Haaglanden, 15 januari 2025

 

Goedemiddag allemaal,

 

Van harte gelukgewenst met het derde lustrum.

Dank voor de gelegenheid iets te mogen zeggen.

Den Haag is volop in ontwikkeling.

Een jaar geleden woonden 565.701 mensen in onze stad.

Naar verwachting telt Den Haag over zes jaar, in 2031, 601.400 inwoners.

Kijken we iets verder de toekomst in, naar 2050, dan komen we uit op 673.800 inwoners.

Dat is een flinke stijging.

Maar vergeleken met de groei die Den Haag in vroeger tijden doormaakte, is het een bescheiden ontwikkeling.

Rond 1900, in de tijd van Louis Couperus, telde Den Haag zo´n 200.000 inwoners.

De economie van de stad veranderde met de opkomst van de industrialisatie en het moderne toerisme.

Er ontstonden dichtbevolkte arbeiderswijken zoals het Laakkwartier en de Schilderswijk.

Maar ook het Statenkwartier, Duinoord en de Archipelbuurt kwamen van de grond.

Den Haag zette de eerste stappen op weg naar het huidige internationale profiel met de vredesconferenties van 1899 en 1907 en de opening van het Vredespaleis in 1913.

In de dertig jaar die zouden volgen, verdubbelde de stad in omvang.

Stelt u zich dat vandaag eens voor.

Met de groeicijfers waar onze voorgangers mee te maken hadden, zouden we het nu hebben over meer dan 1 miljoen stadsbewoners in 2040.

Welke kant moest het op met de stad?

Ook toen ging de besluitvorming niet zonder slag of stoot.

Ook toen was de toekomst onzeker.

En ook toen was het in alle onzekerheid van die periode essentieel dat het gemeentebestuur leiderschap toonde.

Het plan dat de beroemde architect Berlage in die tijd voor de stad maakte, is meer dan een stedenbouwkundig plan.

Het is een verbeelding van het antwoord op de uitdagingen van toen.

Een antwoord na ampel beraad, na weging van alle meningen.

Uiteraard valt er achteraf, zoals altijd, wel wat aan te merken op het plan van Berlage.

Niet elk onderdeel van het plan is uitgevoerd.

En niet alles wat is uitgevoerd, bleek even succesvol.

Maar dat is niet de kern van de zaak.

Het plan verbeeldt leiderschap, visie en elan.

Hoe ingewikkeld de opgave ook was: met dat plan zette Den Haag de schouders eronder.

Men ontsteeg de verdeeldheid en de dadeloze discussies over de dagelijkse beslommeringen en richtte het vizier op de toekomst.

De stad maakte keuzes.

De stad investeerde in de toekomst.

Dat verbond de stad.

Dat gaf energie.

En dat is vandaag niet anders.

Ook nu staat Den Haag voor grote uitdagingen.

Al die nieuwe inwoners van de stad hebben werk, een woning en voorzieningen nodig.

Ze moeten zich vrij in de stad kunnen verplaatsen, op een manier die de leefomgeving zo min mogelijk belast.

Van groot belang voor de leefbaarheid is het groen.

Den Haag is altijd al een groene stad geweest en zal dat blijven.

Relatief nieuw is de hoogbouw in onze stad.

De torens van de ministeries aan de Rijnstraat en omgeving vormen al enge tijd een markant onderdeel van de Haagse skyline.

Een skyline die zich verder gaat ontwikkelen.

In het nieuwe centrumgebied van Den Haag, het Central Innovation District, moeten in 2040 ruim 20.000 nieuwe woningen zijn gebouwd, goed voor 35.000 bewoners.

Ook zijn er dan 640.000 vierkante meter extra kantoorruimte en 255.000 vierkante meter maatschappelijke en commerciële voorzieningen bij gekomen.

Het silhouet van Den Haag zal de komende jaren opnieuw behoorlijk veranderen.

In de omgeving van Hollands Spoor komen woontorens die samen ruwweg 2500 nieuwe woningen zullen opleveren. Naast de woningen zullen hier de komende jaren kantoren, winkels en horeca gerealiseerd worden met een aantrekkelijke buitenruimte op de begane grond.

Tegenover de MegaStores aan de Waldorpstraat komen maar liefst vier woontorens.

Die zijn samen goed voor  meer dan elfhonderd woningen, waaronder sociale huurwoningen en studentenwoningen.

En ook hier is ruimte voor bedrijven en voorzieningen.

Net als in de tijd van Berlage zijn we met elkaar de ‘vormgevers van onze tijd’.

Bestuurders, politici, ontwikkelaars en bouwers nemen samen met zelfbewust participerende  burgers de toekomst van onze stad in handen.

Niet alleen met het bouwen van woontorens, maar ook met het vernieuwen en verdichten van oude wijken.

Met het werken aan infrastructuur die pas houdt met de ontwikkeling van de stad, met duurzame bereikbaarheid, het doorzetten van de energietransitie en leefbaarheid.

Leefbaarheid die moet komen van voorzieningen en ruimte voor ontmoeting, van groen en een gezonde leefomgeving.

Dat vraagt grote beslissingen en grote investeringen.

Daarover zullen we stevige discussies met elkaar hebben.

Dat is gezond en komt de kwaliteit van beslissingen ten goede.

Zolang we niet vervallen in partijpolitiek geharrewar dat besluitvaardigheid traineert.

De stad is groter dan enige politieke partij.

Niemand is groter dan de stad.

Wie afstand neemt en naar Den Haag kijkt, ziet een sterke stad van vrede en recht, open en gastvrij, geworteld in een rijk verleden, gericht op de toekomst.

Een stad die beschikt over grote mogelijkheden, talent en kracht.

We leven in onrustige tijden, maar ook in deze fase in de geschiedenis is er reden genoeg om de toekomst van de stad Den Haag met vertrouwen tegemoet te zien.

Dank u.