Slotwoord door Jan van Zanen en onthulling van een schrijversteen voor Louis Couperus in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, 16 juli 2023

 

Dank Annabelle (Birnie), Paul (Mosterd), Josephine (van de Mortel), Ellen (Deckwitz) en Bas (Heijne) voor de mooie woorden die u allen uitsprak,

Inderdaad Annabelle, ik ben van de Hofstad, niet van de Hoofdstad, u zult het er mee moeten doen, maar ik ben hier graag, met ere en liefde.

Woonde het eerste jaar van mijn Haagse burgemeesterschap in een appartement aan het Louis Couperusplein. Vlak om de hoek van het geboortehuis van Couperus aan de Mauritskade. Was tot voor kort voorzitter van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Moest dan vaak naar de Willemshof aan de Nassaulaan. Daar is de VNG gevestigd. Liep of fietste (het bruggetje is nogal steil) over het bruggetje van Takma … u weet dan wat ik bedoel …

En ja, Josephine je hebt gelijk. Couperus had mogelijk een haat-liefde verhouding met zijn Den Haag. Dat komt vaker voor. Ellen introduceerde mij zojuist als eerder langjarig woonachtig en werkzaam in Utrecht. Ook Utrecht had een schrijver, C.C.S. Crone, met gemengde gevoelens (Utrecht, stad van zachte idioten, ik werd er zelf geboren).

Dank aan De Nieuw Kerk Amsterdam en het Louis Couperus Genootschap, dat ik als burgemeester van Den Haag hier in Amsterdam mag bijdragen aan de onthulling van de schrijversteen voor Louis Couperus.

Het plaatsen van gedenkstenen voor grote schrijvers in De Nieuwe Kerk kent een lange geschiedenis en vormt een belangrijke traditie. Hier werden verschillende schrijvers en dichters begraven. Hier worden literatoren met een gedenksteen herdacht. Joost van den Vondel, Katharyne Lescailje en P.C. Hooft, maar ook W.F. Hermans, Hella Haasse en pas nog Anton de Kom.

Het is volkomen terecht dat Louis Couperus een plaats krijgt in deze eregalerij. Hij is immers een van de grote namen van de vaderlandse literatuur uit de late negentiende eeuw. Hij is ook een geboren en getogen inwoner van Den Haag. Een die daar zelfs een statement van maakte: ‘Zoo ik iets ben, ben ik een Hagenaar’.

Zijn werk en leven zijn hecht verbonden met een goeddeels verdwenen Den Haag. Toen een deftige en koloniale stad met dorpse allure. Een plek waar desalniettemin grote literatuur is geschreven. Het is goed dat deze stem hier in de Nieuwe Kerk blijvend gehoord zal worden. Net als die van veel andere stemmen waarin het koloniaal verleden op een nieuwe manier doorklinkt.

Het is mij echt een eer en een genoegen te mogen bijdragen aan de onthulling van de schrijversteen voor stadgenoot Louis Couperus.

Dank u wel.