Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de onthulling van het herdenkingsbord voor Gretha en Jacob Cohen, 17 september 2022

 

Geachte aanwezigen,

 

Den Haag is een stad vol herinneringen, vol historie.

Vorige week mocht ik bijdragen aan de opening van een tentoonstelling over de geschiedenis van Den Haag in de tramtunnel.

Die is georganiseerd door het gemeentearchief om te herinneren aan het feit dat op 6 september 1242 voor het eerst de toenmalige naam van onze stad, Die Haga, werd genoemd in een oorkonde van graaf Willem II.

Op initiatief van twee raadsleden en één oud-raadslid vieren we voortaan op 6 september de verjaardag van de stad en staan we stil bij de geschiedenis van Den Haag.

Die geschiedenis kent vele hoogte-en dieptepunten.

Dingen om met een glimlach aan terug te denken, maar ook gebeurtenissen waar je nog steeds stil van wordt.

Zoals de moord op de Joodse en Sinti en Roma inwoners van Den Haag tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Een van de grootste rampen die Den Haag ooit is overkomen.

En nog altijd, na zoveel jaren, amper te bevatten.

 

Vandaag, bijna 80 jaar later, staan we hier in de Hyacinttuin stil bij twee Joodse kinderen uit deze buurt die de oorlog niet overleefden:

Gretha ‘Greetje’ Cohen en haar broertje Jacob ‘Jaap’ Cohen.

Wij doen dat, en dit is heel bijzonder, in aanwezigheid van twee vrouwen die Greetje en Jaap nog hebben meegemaakt.

Sterker, ze staan op de foto die het herdenkingsbord siert en die destijds hier genomen is:

Martha Bakkum-Drubbel en Barbara Verdonck-Drubbel.

Wat een voorrecht om u hier te mogen begroeten.

U woont allebei niet meer in Den Haag, maar u bent hier geboren en getogen.

Uw aanwezigheid maakt deze dag extra bijzonder.

Want u bent, voor zover na te gaan, de enigen die Greetje en Jaap nog gekend hebben.

En u heeft de foto waarop u met hen staat, samen met andere kinderen uit de buurt, ter beschikking gesteld voor dit kleine monument.

 

Dat monument, in de vorm van een herdenkingsbord, is er gekomen dankzij Miranda Vermeulen en Arthur Gelink.

Zij hebben onderzoek gedaan naar de lotgevallen van de Joodse inwoners van de Bomen-en Bloemenbuurt.

In samenwerking met de voorzitter van de Hyacint, Jan Vonk en bestuurslid Frank Dessens is het bord vervolgens gerealiseerd.

Wat een hartverwarmend initiatief.

Samen met de inmiddels vele ‘Stolpersteine’ die Den Haag telt (daar bent u ook mee bezig, begreep ik), doet dit bord iets heel belangrijks:

Het ontrukt de namen van de slachtoffers van de massamoord op de Joden en Sinti en Roma aan de vergetelheid.

De nazi’s wilde elke herinnering aan deze mensen uitwissen.

U geeft hen hun naam en in dit geval zelfs hun gezicht terug.

Dat is van onschatbare waarde.

Niet alleen omdat we die gruwelijke tijd nimmer mogen vergeten.

Maar ook omdat we de nagedachtenis aan al die vermoorde vrouwen, mannen en kinderen zo laten voortleven in ons collectieve geheugen.

Nu en in de toekomst.

Dank u wel.