Opening Nationaal Monumentencongres, 7 november 2024

 

Dank Splinter Chabot,

Goedemorgen Harald de Boer,

Goedemorgen iedereen,

Mooi dat het Monumentcongres dit jaar neerstrijkt in Den Haag. Wij zijn Hofstad, stad van regering en parlement, diplomatie en vele internationale instellingen. Voor een deel zijn deze instellingen gevestigd in de binnenstad. Het centrum met een rijke historie. Een geschiedenis die aan de gebouwen is af te lezen, beeldbepalend onderdeel van onze Haagse identiteit.

Het Binnenhof, het Mauritshuis, deze schitterende Koninklijke Schouwburg. Het zijn historische pronkstukken. Ook het ministerie van Algemene Zaken met daarachter het Binnenhof is niet alleen historisch van de buitencategorie. Het gebouwencomplex is ook het hart van onze democratie. Het verdient de renovatie die het nu krijgt, maar ook dat het zo spoedig mogelijk zijn functies terug kan krijgen. Ik kan niet wachten. Hoop het nog als burgemeester mee te maken dat de Troonrede weer in de Ridderzaal wordt uitgesproken.

Het thema ‘Erfgoed Verbindt?! – met een vraag- en een uitroepteken – laat zich in Den Haag uitstekend illustreren. Want we zijn trots op de panden en complexen die de rijke historie van de stad laten zien. Maar we weten ook dat er meer is en dat er keerzijden zijn.

Uitzonderlijke architectuur, bouwkundig vakmanschap en kunstzinnige excellentie konden floreren dankzij rijkdommen in de koloniën vergaard. Een erfenis waar we ons toe moeten leren verhouden om er als stad van vele herkomsten mee om te kunnen gaan.

Een stad van grote verschillen vraagt ook om erkenning van de geschiedenis van gewone Hagenaars en Hagenezen. Van lang geleden en minder lang geleden. Ik denk aan typische voorbeelden van de vroeg twintigste-eeuwse sociale woningbouw en het betonnen Brutalisme waarin generaties kantoorwerkers sinds de jaren zeventig hun werkdagen hebben doorgebracht.

En wat te denken van de gebouwen van het Joegoslavië tribunaal. Kunnen de zalen waar vierentwintig jaar lang de gruwelijkste oorlogsmisdrijven zijn gepasseerd zo maar iedere nieuwe bestemming krijgen? Een vraag die ook rijst bij de verkoop en herbestemming door het Rijksvastgoedbedrijf van de Commandopost Clingendael, ooit bedoeld als schuilplaats voor nazileider Seyss-Inquart.

In iedere casus liggen de verantwoordelijkheden anders en zijn er specifieke vragen die beantwoord moeten worden. Om bij te dragen aan verbinding is er een aanbeveling die vrijwel altijd opgaat: betrek de omgeving. Een goed voorbeeld is de buitenplaats Ockenburgh waar honderdvijftig vrijwilligers met steun van tal van experts tien jaar lang hebben gewerkt aan de renovatie. Het project heeft daarmee onlangs terecht de Europa Nostra Award gewonnen. Een prijs voor burgerbetrokkenheid en bewustwording.

Betrokkenheid en bewustwording hoeven niet altijd voort te komen uit ‘hands on’ vrijwilligerswerk. Het kan ook door inwoners, bezoekers en ondernemers mee te nemen in de geschiedenis en het actuele belang van het monument. Dat geldt ook voor de renovatie van het Binnenhof. Het is aan het Rijksvastgoedbedrijf en de gemeente om gedurende de komende jaren niet alleen het belang van de renovatie te bewaken, maar ook dat van de omwonenden en ondernemers van onze historische binnenstad. Alleen zo verbinden we de stad en het land van toen en nu blijvend aan het complex als huis van de democratie.