Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de opening van het Prinsjesontbijt, 17 september 2022

 

Geachte aanwezigen,

Beste Hagenaars en Hagenezen,

 

Goedemorgen.

Wat goed, om u allemaal hier bijeen te zien.

Dit keer niet aan de Hofvijver, maar in de Grote Kerk.

Een première, voor zover ik weet.

Welkom aan iedereen die hier is komen ontbijten:

Inwoners van de verschillende Haagse stadsdelen, hun stadsdeeldirecteuren, gemeenteraadsleden, leden van de Eerste en Tweede Kamer en medewerkers van Haagse zorginstellingen.

Een speciaal welkom voor de gasten uit Groningen, de PartnerProvincie van het Prinsjesfestival van dit jaar.

 

Het is de derde keer dat ik als burgemeester het Prinsjesontbijt meemaak.

Inmiddels wordt het dus een beetje vertrouwd.

Dinsdag is het Prinsjesdag.

Ook dit keer zal die anders zijn dan we gewend waren, al is er dit keer gelukkig weer een rijtoer.

Bij alle veranderingen van de afgelopen jaren was er echter steeds een constante factor:

Een Prinsjesfestival.

Inmiddels voor de tiende keer.

En zo zijn we ook vandaag weer bijeen, dicht bij het politieke hart van Nederland.

 

Dit jaar staat het Prinsjesfestival in het teken van de grenzen van onze vrijheid.

Allemaal weten we dat er grenzen zijn aan wat wij ons kunnen veroorloven.

En dat is maar goed ook.

Helaas zijn er ook mensen die denken dat zij zich alles kunnen permitteren.

Bijvoorbeeld zomaar een buurland met militair geweld binnenvallen.

De schok die de Russische invasie in Oekraïne teweegbracht, was en is voelbaar tot in onze stad.

Nog niet zolang geleden mocht ik Oekraïense vluchtelingen ontmoeten die in Den Haag verblijven.

Dat was heel aangrijpend, kan ik u vertellen.

 

Op zo’n moment realiseer je je eens te meer hoe dankbaar we mogen zijn dat we hier in vrede en vrijheid leven.

Ook al is die vrijheid niet onbeperkt.

In die geest wens ik u allemaal een goed en vrolijk ontbijt.