Toespraak door burgemeester Jan van Zanen over de aardbeving in Turkije en Syrië bij het begin van de raadsvergadering van 9 februari 2023

 

Leden van de raad,

 

Voordat wij beginnen met onze vergadering wil ik stilstaan bij de gebeurtenissen in Turkije en Syrië.

Daar heeft zich een verschrikkelijke ramp voltrokken.

Allemaal hebben we de beelden daarvan op ons netvlies.

Beelden van verwoesting, ontreddering en immens verdriet.

Beelden van de dood.

De aardbevingen in Turkije en Syrië zijn erger dan een horrorfilm: midden in de nacht, terwijl je rustig ligt te slapen, bedolven worden onder meters puin.

Je woning, je leven, in één klap aan gruzelementen.

We leven in een tijd waarin wij met technische middelen de wereld naar onze hand lijken te kunnen zetten.

Maar een aardbeving voorspellen kunnen we nog altijd niet.

Opnieuw wordt de mensheid geconfronteerd met de vernietigende oerkracht van de natuur.

Het feit dat het getroffen gebied in Syrië al meer dan tien jaar gebukt gaat onder oorlogsgeweld, stemt extra bitter.

Oorlogsgeweld dat al heel veel burgers het leven heeft gekost.

Oorlogsgeweld dat nu snelle hulpverlening aan de slachtoffers belemmert.

Met als gevolg: nog meer mensen die zullen sterven, die anders gered hadden kunnen worden.

Vrouwen, mannen en kinderen die beklemd zitten onder ingestorte gebouwen.

Mensen, van jong tot oud, die in de vrieskou moeten overnachten, zonder beschutting.

Een nieuw dieptepunt in dit conflict dat de laatste jaren steeds minder de voorpagina’s haalde, maar wel degelijk voortwoedt.

 

Ook in Den Haag, de stad waar de wereld thuis is, zijn de berichten over de aardbevingen hard aangekomen.

Daarbij denk ik in de eerste plaats aan de inwoners van Den Haag met nauwe banden in de getroffen gebieden.

Velen van hen verkeren in angst en onzekerheid omtrent het lot van hun familieleden en vrienden.

Hopen nog op een wonder.

Of zijn al in rouw.

Gisteren hing de vlag op het Stadhuis dan ook halfstok.

Maar even groot als de schok die het nieuws teweegbracht, is de onmiddellijke solidariteit van Hagenaars en Hagenezen met de slachtoffers in het rampgebied.

Binnen de kortste keren begon de inzameling van hulpgoederen.

Mensen geven wat ze kunnen missen.

Echt hartverwarmend.

Dinsdag mocht ik dat met eigen ogen aanschouwen in de Kempstraat, bij het inzamelpunt van de Turks Islamitisch Culturele Stichting.

Heel indrukwekkend.

En tegelijkertijd een bevestiging van wat ik al wist: Den Haag is een stad waar mensen andere mensen helpen.

Of dat nu de buren of straatgenoten hier in Den Haag zijn, of mensen honderden, duizenden kilometers verder weg, in Turkije of Syrië.

 

Den Haag leeft intens mee met alle getroffenen én alle reddingswerkers.

Dat is ook de boodschap die ik de ambassadeurs van Turkije en Syrië heb overgebracht.

Daarnaast heb ik, ook als voorzitter van de VNG, de afgelopen dagen bij verschillende gelegenheden aandacht gevraagd voor deze ramp.

En iedereen opgeroepen te helpen waar mogelijk.

 

Mag ik u vragen, indien u daartoe daar in staat bent, om te gaan staan, om gezamenlijk een moment stilte in acht te nemen.

Uit waardering voor de hulpverleners, in medeleven met wie vecht voor overleving en ter nagedachtenis aan de doden.