Meneer Vas,
Beste René,
Als tiener had u een bijzondere passie: u raakte in de ban van vuurtorens.
Samen met je vader bouwde u de Brandaris, de vuurtoren op Terschelling na.
Toen kwam het moment waarop de vuurtoren van Hoek van Holland, het oude ‘hooge licht’ aan de Willem van Houtenstraat, buiten dienst werd gesteld.
Dat was in 1974, u was toen 9 jaar jong.
Jarenlang smeekte u om deze toren te mogen beheren of te kopen.
Dat laatste intrigeert me wel: een jongen die een vuurtoren wil kopen …
De gemeente Hoek van Holland wist echter niet goed raad met een jongere zoals u.
Met hulp van Neelie (Smit) Kroes is het voor elkaar gekomen.
Zij zag in dat uw passie oprecht is en adviseerde de
gemeente zelf het onderhoud te verzorgen en u de vuurtoren voor onbepaalde tijd in bruikleen te geven.
En zo geschiedde.
De afgelopen 45 jaar heeft u ervoor gezorgd dat de vuurtoren een tweede leven kreeg als Kustverlichtingsmuseum Hoek van Holland.
U verzorgt rondleidingen, bedenkt tentoonstellingen en andere evenementen om de toren in de belangstelling te brengen.
Inmiddels is de toren een monument, dankzij u.
U bracht een vuurtorencollectie van wereldformaat bijeen, verdeeld over de 8 etages van de toren.
En u schreef mee aan het Nederlands vuurtorenboek.
In de eerste 35 jaar heeft u nooit subsidie
aangevraagd.
In de afgelopen 10 jaar gebeurde dat wel, een enkele keer.
Een heel bijzonder verhaal, al met al.
Hoop van harte dat u lang door zult gaan met het koesteren van deze parel van Hoek van Holland.
Wie weet, is er onder al die vele bezoekers aan de toren wel een tiener die, net als u destijds, een passie voor vuurtorens ontwikkelt.
En ooit, in de verre toekomst, het stokje van u kan overnemen.
Van harte gelukgewenst.