Geachte aanwezigen, meneer Numann,
Na ruim 37 werkzaam te zijn geweest binnen de rechterlijke macht, waarvan 20 jaar bij de Hoge Raad, neemt u vandaag afscheid van uw werkzame leven.
Dat zal vast een vreemd gevoel zijn, met wellicht stiekem ook een gevoel van vrijheid. Bij pensionering hoort vooruitkijken naar wat komen gaat, maar dat kan eigenlijk niet zonder ook terug te kijken. Dat wil ik hier vandaag kort met u doen. U begon uw carrière in de rechtspraak als advocaat en stapte na enkele jaren, zoals wel vaker gebeurt, over naar ‘de andere kant’. U werkte respectievelijk bij de Rechtbank Den Haag, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en sinds 2000 bij de Hoge Raad.
We realiseren ons niet altijd hoe belangrijk de rechtspraak is in onze samenleving. Een van de functies is om de samenleving te ordenen. In overtreffende trap worden op het hoogste rechterlijke niveau, de Hoge Raad, beslissingen genomen die gaan over de uitleg en de toepassing van het recht. De rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming binnen onze samenleving dienen door de Hoge Raad te worden verzekerd en bevorderd.
U werkte als raadsheer zowel in de strafkamer als in de civiele kamer van de Hoge Raad en sinds 2011 was u vice-president van deze laatste kamer. De zaken die in deze kamer worden behandeld zijn die tussen private partijen. Steeds meer echter krijgt de kamer ook te maken met zaken waarin de Staat der Nederlanden partij is en waarin een maatschappelijk en staatsrechtelijk belang speelt. Ik noem bijvoorbeeld de Srebrenica-zaak en de eis tegen de Staat tot terugkeer van IS-kinderen. Als vice-president, en ook enkele jaren als kamervoorzitter, heeft u uw werk met uitzonderlijk grote deskundigheid, zorgvuldigheid en verantwoordelijkheidsgevoel uitgevoerd. Op internationaal gebied was u sinds 2004 lid van het Benelux Gerechtshof.
Naast uw reguliere werkzaamheden heeft u gedurende uw gehele loopbaan vele, vele bestuurlijke en adviserende nevenfuncties bekleed. Onmogelijk om ze hier allemaal te noemen, maar ze zijn wel onder te verdelen in drie categorieën. Zo heeft u juridische nevenactiviteiten voortvloeiend uit uw werkzaamheden. Voorbeelden: uw inzet voor het Juridisch Tijdschrift Intellectuele Eigendom en Reclamerecht, voor de Tuchtraad Financiële Dienstverlening van het Verbond van Verzekeraars en uw lidmaatschap van de Adviescommissie van de Nieuwenhoven Helbach Stichting. Maar ook zet u zich al vele jaren lang in voor de Joodse gemeenschap. Voorbeelden: uw voorzitterschap van de Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa, uw inzet voor de Stichting Nationaal Kamp Vught, uw werk voor het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, voor de Stichting Future Memory en voor de Academische commissie van het Levisson Instituut. Werkzaamheden die met grote zorgvuldigheid en een doorleefd besef van gevoeligheden moeten worden uitgevoerd.
En dan zijn er ook nog nevenactiviteiten voortkomend uit persoonlijke interesses, zoals uw vice-voorzitterschap van de Vereniging Vrienden van het Nederlands Spoorwegmuseum. Een functie die ik niet zomaar noem, want u schijnt een groot railfanaat te zijn. Wat dat betreft zal meer vrije tijd vast van pas komen…
Meneer Numann, ik realiseer het me, ik kan bij lange na niet volledig zijn in het benoemen van de belangrijke bijdragen die u heeft geleverd en nog steeds levert binnen een breed spectrum van onze samenleving. In 2003 werd u koninklijk onderscheiden en benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Die benoeming had vooral te maken met uw bijzondere verdiensten voor de Joodse gemeenschap in Nederland.
Vandaag, bij de afsluiting van uw loopbaan binnen de rechterlijke macht, hebben wij teruggekeken op uw verdiensten tijdens uw lange carrière in de rechtspraak en uw brede maatschappelijke verdiensten sinds 2003. Op voorstel van uw werkgever is gekeken naar de mogelijkheid voor een bevordering. Het is mij een eer dat ik u kan zeggen dat hier positief over is geoordeeld.
Het doet mij dan ook groot plezier dat Zijne Majesteit de Koning heeft besloten u,
Ernst Jona Numann
te bevorderen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau vanwege uw belangrijke bijdrage binnen de vervulling van uw functies binnen de rechtspraak en uw brede maatschappelijke verdiensten.
Ik feliciteer u van harte met deze onderscheiding die ik u nu graag wil uitreiken.