Geachte aanwezigen, meneer Bron,
Bij een pensionering hoort terugkijken. Terugkijken op een carrière, vanaf het begin tot aan de laatste werkdag, die voor u eind maart was. Even memoreren dat u uw carrière ruim veertig jaar geleden startte als beginnend officier in een stad die ik maar al te goed ken: Utrecht. Toen al manifesteerde u zich als een vernieuwer. U was één van de landelijke trekkers op het gebied van de ontwikkeling van alarmcentrales en verbindingen.
Mede door uw inzet deden nieuwe technieken en de eerste vormen van automatisering hun intrede. En dat had eigenlijk alles te maken met uw open houding ten opzichte van modernisering en de maatschappelijke impact daarvan. In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam u richting het westen. U werd plaatsvervangend regionaal commandant in de regio Delft. In die functie heeft u belangrijk bijgedragen aan de fusie van de regionale brandweer Delft met de regionale brandweer Haaglanden.
Na de fusie tussen de brandweren Delft en Rijswijk, waar u als projectdirecteur de motor achter was, werkte u vervolgens als commandant mee aan de fusie die uiteindelijk leidde tot de regionale brandweer Haaglanden. Binnen dat nieuwe korps werd u in 2010 lokaal commandant Den Haag en vervolgens lid van de directie. U vervulde in die functie diverse portefeuilles, met als zwaartepunt de aansturing van de operationele dienst. Een uiterst intensieve taak binnen een organisatie die 24/7 paraat moet staan. U deed dat in de afgelopen tien jaar op rustige en heldere wijze met altijd aandacht voor de mens achter de brandweerman- en vrouw. U voerde belangrijke veranderingen en vernieuwingen door, die binnen het brandweerwezen in Nederland als baanbrekend gezien worden. Zoals de invoering van de brandweermotor, het surf rescue team en het quick response team. Eén van uw laatste taken was de begeleiding van de onderzoeken naar aanleiding van de vreugdevuren op Scheveningen. Daaruit heeft u de lessen getrokken en geïmplementeerd voor de komende jaarwisseling. Ben ik heel dankbaar voor.
Uw jarenlange inzet op het terrein van openbare veiligheid is van groot maatschappelijk belang voor de negen gemeenten in Haaglanden, waarbij – mede door uw inzet – ook een aanzienlijke reductie in de maatschappelijke kosten is bereikt. U wordt omschreven als een stille, maar constructieve en doordachte kracht binnen de organisatie, die de mensen en hun talenten en ideeën op de voorgrond laat komen en zelf liever achter de schermen blijft. Dat siert u en we kunnen constateren hoe groot uw impact ook, of misschien wel juist vanuit die positie, is geweest op de brandweerzorg in onze regio. Diezelfde rustige en tegelijkertijd voortvarende manier van werken, toonde u tevens binnen een aantal nevenfuncties. U was tien jaar lang bestuurlijk actief voor de lokale vereniging Delft van de Christen Unie. En van 2012 tot 2017 was u vrijwilliger bij het Interkerkelijk Diaconaal Centrum in Delft. Ook bij deze twee organisaties worden uw rustige, betrouwbare en onbaatzuchtige houding geroemd. Bij alle organisaties waar u werkzaam bent geweest bestaat grote waardering en respect voor uw jarenlange betrokkenheid en inzet.
Het doet mij dan ook groot plezier dat Zijne Majesteit de Koning heeft besloten u,
Jan Bron
te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege uw belangrijke bijdrage aan de landelijke en regionale ontwikkeling en vernieuwing van de brandweerzorg en uw maatschappelijke verdiensten in het sociale en politieke domein.
Ik feliciteer u van harte met deze onderscheiding.