Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitreiking van een Koninklijke Erepenning aan de jubilerende Commercieele Club, 1 december 2022
Heren,
Van harte gelukgewenst met dit bijzondere jubileum: 100 jaar Commercieele Club.
En wat een voorrecht om u bij deze gelegenheid te mogen toespreken.
Niet in de laatste plaats omdat ik zelf uit een familie van ondernemers kom.
Al 100 jaar is de Commercieele Club dé ontmoetingsplek voor, en ik citeer uw doelstelling, “allen die betrokken zijn (direct of indirect) bij handel, industrie en zakelijke dienstverlening, in de ruimste zin des woords.”
In november 2021 mocht ik kennismaken met de Commercieele Club.
En werd bij die gelegenheid meteen benoemd tot honorair lid.
Inderdaad bijzonder eervol.
Niet in de laatste plaats omdat ik daarmee in de voetsporen mag treden van eerbiedwaardige ambtsvoorgangers.
Een reeks die begint met burgemeester Patijn.
Bij de officiële openingsbijeenkomst van de Commercieele Club in januari 1923 memoreerde Patijn dat Den Haag, tot zijn vreugde, niet meer uitsluitend een stad was van ambtenaren en gepensioneerden, maar dat zich hier een belangrijk handelscentrum had gevormd en derhalve (mooi woord) de nieuwe club een “natuurlijk gevolg was van dezen commercieelen bloei der residentie”.
Aldus het Algemeen Handelsblad van 19 januari 1923.
De groei van de handel en industrie in Den Haag was in die jaren heel zichtbaar in de stad.
Er kwamen banken, internationale bedrijven (zoals Siemens) en verzekeringsmaatschappijen.
Fikse stedenbouwkundige doorbraken, zoals bij de Hofvijver ter hoogte van de Gevangenpoort of de aanleg van de Grote Marktstraat maakten het centrum beter bereikbaar.
Het warenhuis deed zijn intrede, zoals de Bijenkorf.
Met een wel een heel bijzondere nouveauté, de roltrap.
Anno 1926 de eerste van Nederland.
De jaren twintig waren sowieso een dynamische en opwindende tijd, vol nieuwe ontwikkelingen.
Zo begon bijvoorbeeld ook in het Den Haag van die jaren de radio – het internet van toen – met pionier Idzerda vanuit de Beukstraat.
De tijd schreed voort.
Het werd crisis, daarna volgde de bezetting: ook voor de Commercieele Club een bijzonder moeilijke tijd.
Maar net zoals Nederland en Den Haag uit de puinhopen van de oorlog herrezen, zo bloeide ook de Commercieele Club na 1945 weer op.
Om, zoals gezegd, in de decennia die volgden een continue factor te blijven in de wereld van handel, industrie en zakelijke dienstverlening in Den Haag en omstreken.
Tot de dag van vandaag, exact 100 jaar na de oprichting.
Zo’n speciaal jubileum mag natuurlijk worden opgeluisterd met iets bijzonders.
Het doet mij dan ook veel plezier u de Koninklijke Erepenning te mogen overhandigen.