Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitreiking van een Koninklijke onderscheiding aan Johan Bodrij, 9 februari 2022

 

Geachte heer Bodrij,

Beste Johan,

Beste Philip (echtgenoot),

Geachte aanwezigen,

 

Wat mooi, om u allemaal hier bijeen te zien.

Op deze bijzondere dag.

Want, dat weet u natuurlijk allemaal, Johan Bodrij én zijn tweelingzus Pauline zijn vandaag jarig.

Van harte gefeliciteerd.

Maar dat heuglijke feit is niet het enige dat deze dag bijzonder maakt.

Vandaag zet u, meneer Bodrij, een punt achter uw loopbaan bij de politie, na 44 jaar.

Die loopbaan begon bij de toenmalige gemeentepolitie Middelburg.

Na de officiersopleiding aan de Nederlandse Politie Academie was u in de daaropvolgende twee decennia werkzaam in Zeeland.

In 2000 maakte u de overstap naar de regio Haaglanden.

Kennelijk beviel u die overstap goed, want u bent hier blijven werken.

Ook weer in verschillende functies én op verschillende plekken.

Iemand omschreef u als een politieman in hart en nieren.

En dat bent u, in alle opzichten.

 

Wat u kenmerkt, dat zijn de vele nevenfuncties die u naast uw betaalde baan heeft vervuld.

Zo maakt u sinds 1998 deel uit van het team van politieonderhandelaars.

Een functie die u echt met hart en ziel vervult.

Uw betrokkenheid komt voort uit een enorme gedrevenheid.

De gedrevenheid om mensen in nood zo goed mogelijk te helpen.

Door de jaren heen heeft u zo heel veel mensen kunnen bijstaan.

En in bepaalde gevallen heeft u levens weten te redden.

Zowel fysiek als mentaal is de taak van een politieonderhandelaar behoorlijk zwaar.

Maar ook toen de jaren gingen tellen, bleef u dit doen én zorgde u ervoor dat u getraind bleef.

U bent niet alleen een enorme steun en toeverlaat voor uw collega’s.

U bent ook al sinds vele jaren examinator voor de opleidingen tot politieonderhandelaar.

 

Uw betrokkenheid bij uw medemens uit zich ook in uw inzet voor het team Politie Uitvaartbegeleiders van de eenheid Den Haag.

Bij de uitvaarten van collega’s zijn vaak veel politiemensen aanwezig en de ceremonies zijn heel belangrijk voor de rouwverwerking.

Sinds de oprichting van dit team in 2000 – destijds het eerste in Nederland – bent u eraan verbonden als coördinator en u was ook nauw betrokken bij het opstellen van een uitvaartprotocol.

Later heeft u meegeschreven aan de landelijke versie van zo’n protocol.

U wordt geroemd als rots in de branding, als vraagbaak én steunpilaar.

En, niet onbelangrijk, met uw gevoel voor humor weet u op moeilijke momenten de broodnodige lucht en ontspanning te verschaffen.

 

De lijst met nevenfuncties is hiermee bij lange na niet ten einde…

Zo was u voorzitter van achtereenvolgens de stichting Onderling Steunfonds (van 2005 tot 2018) en de stichting Sociaal Fonds (van 2018- tot op heden) van de Politie Nederland.

Doelstelling is onder meer het leveren van financiële ondersteuning aan politiemedewerkers met ernstige financiële problemen.

Ook bent u voorzitter van de Commissie Onderlinge Band Politie Nederland, zeg maar de personeelsvereniging.

Vanuit die functie bent u betrokken bij alle activiteiten en helpt u ook mee met het aan huis bezorgen van attenties bij langdurig zieken.

 

Last not least, wil ik uw inzet noemen bij twee zaken die u, denk ik, heel persoonlijk raken.

Een aantal jaren bent u bij de Schorerstichting Amsterdam, via het COC Amsterdam, actief geweest als buddy van mensen die terminaal ziek waren.

Geen makkelijke klus, lijkt me.

Maar o zo belangrijk.

Daarnaast wil ik uw grote inzet noemen voor de positie van wat we tegenwoordig de LHBTIQ-gemeenschap noemen.

In een tijd, begin jaren negentig, dat dit nog lang niet zo breed geaccepteerd werd, durfde u uw nek uit te steken.

Vanaf 1994 was u als kaderlid van de Nederlandse Politiebond lid van het ‘secretariaat homoseksuelen’.

Daarna was u binnen de Nederlandse Politiebond voorzitter van het ‘adviesorgaan homoseksuelen m/v’.

Interessant om te zien hoe snel het taalgebruik ook in dezen is veranderd…

Vanuit die rol was u vervolgens nauw betrokken bij het ontstaan van het netwerk ‘roze in het blauw’.

Opgericht, dat wil ik hier toch even benadrukken, in Den Haag.

De stad waar in 1969, op het Binnenhof, jonge homo’s en lesbo’s voor de allereerste keer demonstreerden voor gelijke rechten, die ze toen volgens de wet nog niet hadden.

 

Meneer Bodrij,

Uw inzet voor uw medemens en voor uw collega’s in het bijzonder, is indrukwekkend en veelzijdig.

En dat allemaal naast de drukte en beslommeringen van uw betaalde werk bij de politie.

De samenleving is u daarvoor dank verschuldigd.

Het is mij dan ook een eer en een genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.