Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitreiking van het mobilisatie-oorlogskruis voor Michiel Vrolijk, 1 oktober 2021

 

Geachte aanwezigen,

 

Heel hartelijk welkom, hier in het Oude Stadhuis van Den Haag.

Om te beginnen natuurlijk alle leden van de familie Vrolijk.

In het bijzonder de zoon van Michiel Vrolijk en zijn echtgenote.

En natuurlijk de kleinzoon Ronald en zijn vriendin.

Dankzij u zijn we hier bijeen, want u hebt voor uw grootvader het mobilisatie-oorlogskruis aangevraagd.

 

Vandaag, meer dan een halve eeuw na zijn overlijden, roepen wij Michiel Vrolijk in herinnering.

Hij werd geboren in Den Haag op 6 maart 1906, als zoon van Arie Vrolijk en Johanna Petronella Buijs.

Zijn eerste ervaringen als militair deed hij op tijdens het vervullen van zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine in Den Helder.

Kennelijk was Michiel Vrolijk niet op zijn mondje gevallen, want op 23 maart 1926 kreeg hij een dag licht arrest vanwege ‘mondelijkheid gedurende de gymnastiekles’.

Na zijn diensttijd werkte Michiel Vrolijk onder meer als wagenknecht en visser.

Kan me zo voorstellen dat het vooral in de jaren dertig, tijdens de crisis, niet altijd even makkelijk is geweest.

Ondertussen trouwde Michiel met Diederika Korving en samen stichtten zij het gezin, waar u uit voort bent gekomen.

 

En toen kwam de oorlog.

Op 25 augustus 1939, drie dagen voor de algemene mobilisatie,  gaf Michiel Vrolijk gehoor aan de voormobilisatie van het Nederlandse leger.

Als dienstplichtig militair werd hij ingedeeld bij zowel de 1e Depot Compagnie Pontonniers en de 2e Depot Compagnie Pontonniers te Dordrecht.

Op 12 april 1940, amper een maand voor de Duitse inval, werd Michiel Vrolijk overgeplaatst naar de Pontonafdeling Hoofdkwartier Veldleger.

Het is niet duidelijk op welke locatie hij precies zat tijdens de meidagen van 1940.

Maar hoogstwaarschijnlijk was het in en om het stroomgebied van de Waal en de Maas.

Het moeten ook voor hem angstige dagen zijn geweest.

Negen van zijn dienstmaten uit de mobilisatietijd sneuvelden tijdens de Duitse invasie.

Gelukkig bracht Michiel het er levend vanaf.

Na zijn ontslag uit militaire dienst werd hij enige maanden tewerkgesteld bij de Nederlandse Opbouwdienst, net als vele andere oud-militairen.

Toen later de Arbeitseinsatz dreigde, wist Michiel zich met succes daaraan te onttrekken.

Hij dook onder bij de fietsenwinkel van Leendert Kers in de Newtonstraat, de straat waar met zijn gezin in 1943 was gaan wonen.

Niet lang voor het einde van de oorlog sloeg het noodlot helaas bitterhard toe:

Op 26 februari 1945  overleed dochtertje Diederika door de kou en ondervoeding tijdens een barre hongertocht, op zoek naar voedsel.

Gelukkig was dochter Neeltje goed ondergebracht bij de familie Lubbers in Weerdinge.

Dit verhaal doet mij ook persoonlijk wat: nog niet zo lang geleden sprak ik An van der Heeft uit de Gouverneurlaan, die tijdens die verschrikkelijke Hongerwinter samen met haar ouders bij mijn oom Piet Knip en tante Mien in Katwoude onderdak vond.

Na de bevrijding zou het gezin Vrolijk worden uitgebreid met een dochter, ook Diederika geheten en een zoon, Michiel, de vader van kleinzoon Ronald.

Michiel senior werkte van 1950 tot aan zijn pensioen in 1971 voor de afdeling Gemeentewerken van de gemeente Den Haag, onder andere als hoofdwerkman en asfalteur.

Slechts drie weken na zijn pensionering overleed hij, op 25 mei 1971.

Geachte familie,

Ik beschouw het als een bijzondere en eervolle taak om u nu het mobilisatie-oorlogskruis voor uw vader en grootvader, Michiel Vrolijk, te mogen uitreiken.