Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitreiking van een Koninklijke onderscheiding aan dominee Ad van Nieuwpoort, 28 november 2021

 

Geachte aanwezigen,

Geachte dominee Van Nieuwpoort,

Beste Ad,

 

Verhef je vol blijdschap

naar de verheven sterren,

o tongen, die nu in Sion vrolijk zijn!

 

Zo begint, in vertaling, het openingskoor van cantate 36 ‘Schwingt freudig euch empor’, die Bach schreef voor deze zondag in de liturgische kalender.

In alle opzichten toepasselijk.

Natuurlijk allereerst omdat vandaag de Advent begint.

Er is echter nóg een reden tot blijdschap en dat is uw 25-jarig ambtsjubileum, dominee Van Nieuwpoort.

En laat de eerste uitvoering van genoemde cantate nu zijn geweest in een van de twee kerken in Leipzig waar Bach verantwoordelijk was voor de muziek, de Nikolaikerk of de Thomaskerk…

Precies, óók een Thomaskerk.

Net als de kerk waar u van 2004 tot 2012 aan verbonden bent geweest, in Amsterdam.

Maar nu loop ik vooruit op de feiten…

Want eerst studeerde u theologie aan de Universiteit van Amsterdam, om vervolgens te worden beroepen in Amstelveen-Buitenveldert.

Dat was in 1996, u was toen dertig lentes jong.

Daarnaast was u wetenschappelijk medewerker aan de theologische faculteit van diezelfde alma mater, waar u in 2006 promoveerde op een studie naar het Messiaanse tegoed van het evangelie naar Lukas.

Eerste bekendheid verwierf u met uw boek ‘De kleine Mensengod, de Bijbel kan ons nog meer vertellen’.

Daarin breekt u een lans voor een hernieuwde lezing van de Bijbelse teksten.

 

In 2004 volgde uw overstap naar de Thomaskerk Amsterdam-Zuid.

Een bijzondere kerk op een bijzondere locatie, vlak bij de Zuidas.

In de schoot van de Mammon, als het ware.

Het bijzondere aan de Thomaskerk was destijds óók de aanwezigheid van een heuse theaterzaal.

Die lag er bij uw aantreden echter verwaarloosd en ongebruikt bij.

U zag dat u goud in handen had, liet de zaal opknappen en echte, rode pluchen theaterstoelen plaatsen.

U programmeerde er toneelstukken, gesprekken met schrijvers en kunstenaars en andere activiteiten, die een brug sloegen tussen kunst en cultuur en de wijk.

Heel bewust richtte u zich daarbij op de mensen die op en rond de Zuidas hun brood verdienen.

U initieerde literaire bijbelklassen en de Nacht van de Bijbel, organiseerde kunsttentoonstellingen en lunchconcerten om mensen in de omgeving kennis te laten maken met een ander perspectief.

Het Thomastheater bestaat nog steeds en draagt de toepasselijke bijnaam: een huis om op verhaal te komen.

 

 

Een ander initiatief van u richtte zich ook heel bewust op werknemers, partners en CEO’s van kantoren in dit deel van Amsterdam:

stichting Zingeving Zuidas.

U realiseerde zich heel goed onder wat voor druk de vrouwen en mannen hier moesten werken.

De bankencrisis van 2008 bracht dat nog eens extra duidelijk naar voren.

Met onder meer lezingen, interviews en gesprekskringen vroeg u aandacht voor zingeving en de menselijke maat in een stressvolle omgeving.

Hoezeer dit initiatief op prijs werd gesteld, blijkt uit het feit dat na uw vertrek uit Amsterdam de stichting werd voortgezet.

En, als eerbetoon aan uw adres, de naam ‘De Nieuwe Poort’ kreeg.

Heb begrepen dat u tot op heden daar op gezette tijden lezingen en trainingen verzorgt.

 

In 2012 verruilde u de hectische omgeving van de Zuidas voor het lommerrijke Bloemendaal, waar u beroepen werd als predikant van de protestantse gemeente Bloemendaal-Overveen.

Ook daar trok u de aandacht met cultureel-maatschappelijke bijeenkomsten in de kerk.

Zoals u het zelf ooit omschreef is de kerk immers “een plaats van bijeenkomst voor gelovigen maar ook voor niet-gelovigen.

Een plek om na te denken over grote vragen, een plek waar verhalen worden verteld.”

Einde citaat.

Onder de titel ‘Areopagus’, begon u een reeks bijeenkomsten waarbij u bekende en onbekende personen uit het bedrijfsleven, de cultuursector en de politiek interviewde.

De reeks werd een groot succes en u bereikte ermee ook veel niet-kerkelijke toehoorders.

U was in diezelfde tijd bovendien nauw betrokken bij de oprichting van het Joods Oorlogsmonument, dat de 123 weggevoerde en vermoorde Joodse inwoners van Bloemendaal herdenkt.

In Bloemendaal was u ook bestuurslid van de stichting Van Ouds Het Jeugdhuis.

In die hoedanigheid heeft u er mede voor gezorgd dat kinderen die dat nodig hadden financieel ondersteund konden worden, bijvoorbeeld voor muziekles of een studiebeurs.

Ook organiseerde u jaarlijks een kinderoptocht in de kerstnacht, met aansluitend een kerstviering bij de kerststal naast de kerk.

Honderden kinderen deden eraan mee, een bijzondere gebeurtenis in Bloemendaal.

 

En toen werd het 2020 en bereikte de coronapandemie ook ons land.

In een tijd dat het niet of nauwelijks mogelijk was om bijeen te komen, maar veel mensen snakten naar een woord van bemoediging, begon u de videoreeks ‘Tegengif’.

Ook die werd een succes en u zette de reeks voort nadat u hier in de Duinzichtkerk als predikant was aangetreden.

Een klein jaar geleden mocht ik zelf hier te gast zijn en voor de camera met u van gedachten wisselen.

 

Overigens verbaast het me niet dat u dit zo goed afgaat.

U bent al jaren een bekende verschijning in de media, als publicist in dag – en weekbladen en als commentator en gast in radioprogramma’s.

Daarnaast schreef u negen boeken en publiceerde u ook nog eens drie scheurkalenders, ja u hoort het goed, met Bijbelteksten.

 

Daarnaast was u jaren bestuurslid van de stichting Breukelman, die als doel heeft het uitgeven van niet eerder gepubliceerde werken van de theoloog Frans

Breukelman, uw vroegere leermeester.

En tot op heden bent u lid van de Raad van toezicht bij de Protestantse Theologische Universiteit te Amsterdam en Groningen.

 

 

Geachte aanwezigen,

Dominee Van Nieuwpoort,

 

In de 25 jaar dat u dit mooie ambt uitoefent, heeft u veel meer gedaan dan van u als predikant verwacht mag worden.

Met uw activiteiten en initiatieven heeft u een belangrijke bijdrage geleverd aan het (mentale) welzijn van zowel de leden van ‘uw’ kerkelijke gemeenten als ook van de mensen daarbuiten.

Kortom, u bent een predikant die midden in de maatschappij staat en zich zeer betrokken toont bij iedereen in onze samenleving.

Die samenleving wil u daar graag voor danken.

Beste Ad,

Het is mij dan ook een eer en genoegen u de versierselen te mogen uitreiken die horen bij de Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.