Toespraak door burgemeester Jan van Zanen bij de uitreiking van een zilveren medaille van de Koninklijke Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, 1 oktober 2021

 

Meneer Schouten,

Mevrouw Schouten,

Meneer Faneyte,

Meneer Leegte,

Geachte aanwezigen,

 

Hartelijk welkom,  hier in het Oude Stadhuis van Den Haag.

U bent hier voor een bijzondere gelegenheid.

Ik mag u, meneer Schouten en meneer Senturk (die hier wegens vakantie helaas niet aanwezig kan zijn), namelijk de zilveren medaille uitreiken van de Koninklijke Maatschappij tot Redding van Drenkelingen.

Deze maatschappij bestaat al meer dan 250 jaar en heeft sinds het begin al ruim 7500 medailles laten uitreiken aan mensen die iemand uit het water hebben gered.

In dit geval was dat meneer Faneyte.

Wat moet dat voor u een griezelige ervaring zijn geweest, toen u te water raakte.

En wat een geluk, dat er twee redders in de buurt bleken te zijn.

Het was donderdag 7 mei 2020.

U, meneer Schouten, was aan het wandelen met uw vrouw in de buurt van de Haringkade.

Ineens hoorde u dat er iets in het water belandde.

U ging kijken en zag een auto in het water.

Meteen ging u het water in, terwijl uw vrouw 112 belde.

Ondertussen was ook meneer Senturk het water in gedoken.

Hij had een life hammer bemachtigd, waarmee u de ruit van de auto kon inslaan.

Zo kon u, meneer Faneyte, bevrijd worden uit een levensgevaarlijke situatie.

Meneer Schouten, u bent met meneer Faneyte naar de kant gezwommen.

Daar hoefde de inmiddels aanwezige brandweer u naar eigen zeggen alleen nog maar over het muurtje te tillen…

 

Meneer Schouten,

Dankzij uw koelbloedig een moedige optreden heeft meneer Faneyte het er die dag levend vanaf gebracht.

Zulk doortastend optreden moet beloond worden.

Het is mij dan ook een voorrecht en een genoegen u de zilveren medaille van de Koninklijke Maatschappij tot Redding van Drenkelingen uit te reiken.