Nederlands:
Geachte toehoorders,
Wat mooi, dat ik u langs deze weg toe mag spreken. Mijn naam is Jan van Zanen en ik ben burgemeester van Den Haag. De stad waar aanvankelijk de Ronny Naftaniel Lecture zou hebben plaatsgevonden. Helaas heeft corona ook hier roet in het eten gegooid. Maar gelukkig dat we langs digitale wegen toch met elkaar verbonden zijn. En daar komt het in deze tijden immers op aan. Noodgewongen moeten we afstand houden, maar juist nu moeten we daarom met elkaar in contact blijven.
Vanuit Den Haag groet ik u allen hartelijk, waar u ook bent. In het bijzonder begroet ik de hoofdspreker van vandaag: Isaac Herzog, voorzitter van de Jewish Agency for Israel.
Eveneens groet ik hartelijk de naamgever van deze lezing: Ronny Naftaniel. Niet alleen heeft Ronny Naftaniel aan de wieg gestaan van het Jewish Humanitarian Fund. Hij is ook bijna een kwart eeuw voorzitter geweest van het Centrum Informatie en Documentatie Israël. In Den Haag, de stad waar ook het Jewish Humanitarian Fund is gevestigd.
Den Haag is, zoals u wellicht weet, de internationale stad van vrede en recht. Tienduizenden mensen werken vanuit hier aan een betere wereld. En dat sluit mooi aan bij het internationale werk van het Jewish Humanitarian Fund. Dat draait immers om het ondersteunen van Joodse gemeenschappen in Midden-en Oost-Europa. En om het promoten van wederzijds respect tussen verschillende bevolkingsgroepen. Een vreedzame samenleving begint, dat weet u, met een respectvolle omgang met medeburgers. Ongeacht hun geloof, overtuiging, nationaliteit, seksuele oriëntatie of wat dan ook.
Maar Den Haag is niet alleen de internationale stad van vrede en recht. Het is ook een stad waar de wereld thuis is. Waar vele talen worden gesproken en nagenoeg alle geloven beleden. Den Haag kent ook een bloeiende Joodse gemeenschap, met een geschiedenis die eeuwen terug gaat. Onlangs mocht ik kennismaken met verschillende leden van deze gemeenschap. Grote namen uit de Joodse gemeenschap hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van deze stad, ook op internationaal terrein. Ik denk aan Tobias Asser, de eerste en tot nu toe enige Nederlander die de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mocht nemen. Hij spendeerde een groot deel van het prijzengeld aan de inmiddels wereldberoemde bibliotheek in het Vredespaleis. Ik denk aan Michel Henry Godefroi. Deze liberaal politicus was medio negentiende eeuw de allereerste Nederlandse minister van Joodse komaf. Uiteraard denk ik ook aan beroemde kunstschilders als Jozef en Isaac Israëls. Als laatste wil ik noemen de jurist Lodewijk Ernst Visser, president van de Hoge Raad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog toonde hij grote moed en verdedigde hij tot het laatst de rechtsstaat. Zijn consequente en moedige houding is en blijft een bron van inspiratie om ons steeds te blijven inzetten voor vrede en recht. Woorden die de wapenspreuk vormen van onze stad.
Geachte toehoorders,
Van harte wens ik u vanuit Den Haag een heel goede bijeenkomst toe. En hopelijk kan de volgende Ronny Naftaniel Lecture gewoon weer bij ons in de stad plaatsvinden. Tot over twee jaar, in Den Haag.
Engels:
Dear all,
How nice it is to be able to speak to you by means of this video. I am Jan van Zanen, Mayor of The Hague. The city where the Ronny Naftaniel Lecture was intended to have taken place. Unfortunately the coronavirus has prevented that too. But fortunately, we can still be connected via digital channels. After all, that’s what it’s all about these days. We have to keep our distance, but that only makes it all the more important to stay in touch with one another.
Wherever you may be, I greet you all warmly from The Hague, I would particularly like to greet today’s main speaker: Isaac Herzog, chairman of the Jewish Agency for Israel.
I would also like to warmly greet the person who has lent his name to this lecture: Ronny Naftaniel. Ronny Naftaniel was not only present at the birth of the Jewish Humanitarian Fund, but has also been chairman of the Center for Information and Documentation Israel (CIDI) for almost 25 years now. Based in The Hague, the city which is also home to the Jewish Humanitarian Fund.
As you probably know, The Hague is the international city of peace and justice. Tens of thousands of people are hard at work here to create a better world. Something which ties in closely with the international work of the Jewish Humanitarian Fund which is about supporting Jewish communities in Central and Eastern Europe. And promoting mutual respect between different population groups. A peaceful society begins, as you know, with respect for our fellow citizens. Regardless of their faith, beliefs, nationality, sexual orientation or anything else.
But The Hague is not just the international city of peace and justice. It is also a city where the world is at home. Where many languages are spoken and almost every faith is practised. The Hague also has a thriving Jewish community with long a history spanning many centuries. I recently had the opportunity to meet several members of this community.
Great names from the Jewish community have contributed to the development of this city, including internationally. Tobias Asser, for example, the first, and until now, only Dutch citizen to be awarded the Nobel Peace Prize. He spent a large part of the prize money on the now world-famous library in the Peace Palace. Another example who comes to mind is Michel Henry Godefroi. In the mid-nineteenth century this liberal politician was the very first Dutch minister of Jewish origin. Others that come to mind, of course, are famous painters, such as Jozef and Isaac Israëls. Lastly, I would like to mention the jurist Lodewijk Ernst Visser, President of the Supreme Court. During the Second World War he showed great courage, defending the rule of law to the very end. His steadfast and courageous attitude has been and will continue to be a source of inspiration to our continued commitment to peace and justice. Words that form the motto of The Hague’s coat of arms.
Dear all,
From The Hague, I wish you a very good meeting. And hopefully, the next Ronny Naftaniel Lecture can take place here in our city again. In Two Years, in The Hague.